voorschakelweerstand, mag de positie R5 niet be-
NL
stukt worden.
B
2) Sluit de hogetoonluidsprekers aan op de contacten
"+H " en "-H".
4.3.4 Hoogdoorlaatfilter 12 dB zonder niveaudem-
ping
1) Plaats de componenten op de posities C7 en L4.
2) Sluit de hogetoonluidsprekers aan op de contacten
"+H" en "-H".
4.3.5 Hoogdoorlaatfilter 12 dB met niveaudemping
1) Plaats de componenten op de posities C7, L4, R4 en
R5.
2) Sluit de hogetoonluidsprekers aan op de contacten
"+H " en "-H".
4.3.6 Hoogdoorlaatfilter 18 dB zonder niveaudem-
ping
1) Plaats de componenten op de posities C7, C8 en L4.
2) Sluit de hogetoonluidsprekers aan op de contacten
"+H " en "-H".
4.4 Een vaak voorkomende bijzondere schake-
1
ling: De 2
/
Bij deze schakeling wordt in het middentoonbereik een
lage- en middentoonluidspreker gebruikt, die het volle-
dige lagetoonbereik mee doorstuurt en in het bereik van
de laagste tonen door een bijkomende basluidspreker
ondersteund wordt. In de plaats hiervan kunnen op deze
manier ook de beide spreekspoelen van bas- en hoge-
toonluidsprekers aangestuurd worden. In tegenstelling
tot het driewegfilter is in het middentoonbereik in plaats
van een bandfilter een tweede laagdoorlaatfilter nodig.
Deze beschikt over een hogere scheidingsfrequentie als
deze voor de basluidspreker.
4.4.1 Luidsprekerbeveiliging
Indien de bas- en middentoonluidspreker met een bevei-
ligingscomponent voor luidsprekers uitgerust moet wor-
den, kan op de positie S2 een van de in hoofdstuk 4.2.1
"Beveiliging middentoonluidspreker" vermelde compo-
nenten gebruikt worden.
Belangrijk!
Indien geen beveiligingscomponent gebruikt wordt, sol-
deer dan in elk geval een draadbrug op de positie S1.
4.4.2 Tweede TP 6 dB zonder impedantielinearisatie
of niveaudemping
1) Plaats de componenten op de positie L2.
2) Soldeer een draadbrug op de positie C4 vast.
3) Sluit de bas- en middentoonluidspreker aan op de
contacten "+M" en "-M" (niet omwisselen met "-M ").
4.4.3 Tweede TP 6 dB met impedantielinearisatie
1) Plaats de componenten op de posities L2, C6 en R3.
2) Soldeer een draadbrug op de positie C4 vast.
3) Sluit de bas- en middentoonluidspreker aan op de
contacten "+M" en "-M" (niet omwisselen met "-M ").
4.4.4 Tweede TP 6 dB met niveaudemping
1) Plaats de componenten op de posities L2, R2 en R3.
Tip: Wanneer de niveaudemping niet zoals gewoon-
20
-wegcombinatie
2
lijk via een spanningsdeler gebeurt, maar via een vo-
orschakelweerstand,
componenten op de positie R3 aangebracht worden.
2) Soldeer een draadbrug op de positie C4 vast.
3) Sluit de bas- en middentoonluidspreker aan op de
contacten "+M" en "-M ".
4.4.5 Tweede TP 12 dB alle varianten
Bestuk de printplaat zoals beschreven in de betreffende
hoofdstukken 4.4.2, 4.4.3 of 4.4.4 en bijkomend op de
positie C5.
4.5 Combinatiemogelijkheden van de afzonder-
lijke circuits
Bij de realisatie van eigen filterontwerpen of bij het na-
bouwen van bestaande modellen kunt u de in de hoofd-
stukken 4.1 tot 4.4 opgesomde uitvoeringen van de af-
zonderlijke circuits vrij met elkaar combineren. De
combinaties van filtereigenschappen die het meest voor-
komen bij uitgebalanceerde luidsprekers zijn evenwel:
TP 6 dB; MP 6 dB/ 6 dB; HP 6 dB
TP 6 dB; MP 6 dB/ 6 dB; HP 18 dB
TP 6 dB; MP 6 dB/12 dB; HP 12 dB
vooral echter
TP 12 dB; MP 12 dB/12 dB; HP 12 dB
en minder vaak
TP 12 dB; MP 12 dB/ 6 dB; HP 6 dB
In principe kan elke afwijking ten opzichte hiervan echter
in combinatie met bepaalde luidsprekers het ideale filter
zijn!
5 Polariteit
De poolbenamingen van alle aansluitingen dienen in de
eerste plaats ter identificatie. Naargelang van het scha-
kelplan of de technische vereisten van een nieuwe uit-
voering kunnen resp. moeten de luidsprekers soms met
"verkeerde" polariteit aangesloten worden.
6 Verfijningen
Aanvullingen van de schakeling kunnen volstrekt nuttig
zijn, bv. in midden- en hogetooncircuit. Hier is voor de
middentoonluidsprekers een linearisatie van de impe-
dantie en een niveaudemping mogelijk. De hogetoon-
luidspreker zou een 18 dB-filter kunnen gebruiken en in
niveau gedempt worden.
Deze kleine bijkomende schakelingen kunnen op uni-
versele printplaten niet meer binnen redelijke kosten
geïntegreerd worden. De componenten die hiervoor
nodig zijn, zouden bijgevolg ofwel op een bijkomende
printplaat zoals de DNU-10 van MONACOR geplaatst,
ofwel vrij verbonden op het chassis gesoldeerd en beve-
stigd moeten worden.
Bovendien is het mogelijk om door het doelgerichte
gebruik van bruggen en printbaanonderbrekingen nog
verdere schakelingen te realiseren met de DNU-400.
Creativiteit kent hier nauwelijks grenzen.
Veranderingen voorbehouden.
voorschakelweerstand
geen