SK 32-24 Veiligheidsrelais
32-24 Veiligheidsrelais
Veiligheidsrelais
Veiligheidsrelais
2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen
•
Fabrikant en gebruiker van de installatie / machine, waarop deze inrichting wordt gebruikt, zijn ervoor
verantwoordelijk om alle geldende veiligheidsvoorschriften en -regels op eigen verantwoordelijkheid af
te stemmen en te respecteren.
•
De veiligheidsinrichting garandeert op zich een functionele veiligheid, maar niet de veiligheid van de
complete installatie / machine. Voordat de machine wordt gebruikt, is daarom een veiligheidsobser-
vatie van de complete installatie / machine conform de machinerichtlijn 2006/42/EG of de betreffende
productnorm noodzakelijk.
•
De bedieningshandleiding moet permanent op de installatieplaats van de inrichting beschikbaar zijn.
Ze moet door iedereen die zich bezighoudt met bedienings-, onderhouds- of servicewerkzaamheden
van de inrichting, grondig worden gelezen en toegepast.
•
De installatie en inbedrijfstelling van de inrichting mag enkel door vakpersoneel gebeuren, dat vertrouwd
is met deze bedieningshandleiding en de geldende voorschriften over arbeidsveiligheid en ongevallen-
preventie.
De aanwijzingen in deze handleiding moeten absoluut nageleefd worden.
Elektrische werkzaamheden mogen enkel door elektriciens worden uitgevoerd.
•
De veiligheidsvoorschriften betreffende elektrotechniek en die van de bedrijfsvereniging moeten in acht
worden genomen.
•
Het relais dient bij werkzaamheden hieraan spanningsvrij geschakeld, op spanningsvrijheid gecontroleerd
en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te worden.
•
Als de potentiaalvrije contacten van de relaisuitgang met een gevaarlijke spanning extern gevoed worden,
dan moet gegarandeerd worden dat deze bij werkzaamheden aan het relais eveneens uitgeschakeld
worden.
•
Het relais bevat enkel onderhoudsvrije onderdelen. Door eigenhandige ombouwwerken resp. herstellingen
aan het relais vervalt elke garantie en aansprakelijkheid van de fabrikant.
•
Het beveiligingssysteem dient met passende tijdsintervallen door deskundigen gecontroleerd en te allen
tijde inzichtelijk gedocumenteerd te worden.
Veiligheidsaanwijzingen
•
Niet in directe nabijheid van sterke warmtebronnen monteren.
•
Bij capacitieve en inductieve verbruikers dient voor voldoende beveiligingsschakeling gezorgd te
worden.
•
Het gebruik van het veiligheidsrelais met een geopende behuizing is niet toegestaan.
In geval van het niet in acht nemen of opzettelijk misbruik vervalt de
aansprakelijkheid van de fabrikant.
36