N L
B E D I E N I N G
3 G A S H E N D E L ( F I G 1 & 2 )
De gashendel bevindt zich onder de beschermkap van de motor.
De gashendel mag slechts toegepast worden in 2 standen:
• 0 = stationair toerental (opwarmen, koelen of korte onderbreking)
• 1 = vol gas tijdens reinigingswerken
Opmerking: Gebruik de gashendel NOOIT om de spuitdruk te regelen.
Starten en warmdraaien:
Schuif de gashendel een klein stukje open naar links. Zet de bedrijfsschakelaar
in positie 1 en zet de brandstofkraan op ON. Start de motor, elektrisch of met
het trekkoord, afhankelijk van het model. Laat de hendel even in die stand,
zodat de motor onbelast bij lage toeren warm kan lopen.
Motor is op bedrijfstemperatuur:
Schuif de gashendel naar links (tegen de aanslag = de maximale stand), tot het
gewenste toerental van de motor is ingesteld.
Motor afzetten:
Schuif de gashendel helemaal naar rechts, stand MIN, tot tegen de aanslag.
Laat de motor zo even op stationaire toeren draaien om te koelen.
Zet de bedrijfsschakelaar op positie 0 (=uit) en draai de brandstofkraan op OFF.
BEDRIJFSSCHAKELAAR: MET HANDGESTARTE MOTOR
De bedrijfsschakelaar bevindt zich voorlangs de beschermkap, onder de
benzinetank van de motor. Deze bedrijfsschakelaar heeft twee standen:
• 0 : OFF = uit
• 1 : ON = in bedrijfsstand
BEDRIJFSSCHAKELAAR: MET ELEKTRISCH GESTARTE MOTOR
De bedrijfsschakelaar bevindt zich voorlangs de beschermkap onder de
benzinetank van de motor en is uitgevoerd met sleutelcontact.
Het sleutelcontact heeft drie standen:
• 0 : OFF = uit
• 1 : ON = in bedrijfsstand
• START = motor starten
De motorschakelaar dient op stand START gedraaid te worden, men dient
deze daar vast te houden (niet langer dan 5 sec) tot de motor aanslaat. Indien
de motor niet aanslaat, 10 seconden wachten, alvorens terug opnieuw
te proberen. Nadien terug naar stand 1:ON zetten. Een circuitbeveiliging
beschermt het elektrisch acculaadcircuit, bij een storing (geen olie) of defect.
Een uitgeschakeld circuit (groene indicator uit) kan na verhelpen van de storing
opnieuw worden geactiveerd door deze knop in te drukken.
TREKKOORD
Zet de bedrijfsschakelaar van de motor in de ON positie. De trekkoord is
uitgerust met een handgreep, welke rustig moet uitgetrokken worden tot er
weerstand gevoeld wordt. De vrijloopkoppeling is nu ingekomen. Vervolgens
moet het koord in een krachtige beweging worden uitgetrokken om de motor
te starten. Laat na elke start (-poging) het uitgetrokken koord rustig terugveren.
Na een langere periode van niet gebruik of bij eerste start van de motor, deze
eerst gedurende 20 sec. met een laag toerental en zonder belasting laten
lopen!
Let op: de motor nooit zonder luchtfilter laten draaien,
dit kan leiden tot versnelde slijtage van de motor.
DRUKREGELAAR
De drukregelaar bevindt zich links van de machine. Op de drukregelaar zit een
draaiknop, waarmee de spuitdruk traploos kan worden ingesteld. De knop
rechtsom draaien is een hogere druk. De knop linksom draaien is een lagere
druk. De druk kan alleen worden afgesteld als het spuitpistool wordt bediend.
De spuitdruk wordt door de manometer aangegeven.
DiBO 18