SYNQ SMX.2 Mode D'emploi page 28

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 12
NEDERLANDS
Als de kaart de gegevens niet snel genoeg kan wegschrijven dan toont het scherm "FAIL". We
raden U ten zeerste aan om HIGH SPEED geheugenkaarten te gebruiken! (een goede keuze is
®
bvb. Sandisk™ ULTRA
II )
29. DJ MICRO ON/OFF/TALKOVER SCHAKELAAR: volgende opties zijn mogelijk:
 OFF: de DJ microfoon is uitgeschakeld.
 ON: de DJ microfoon is aangeschakeld.
 TALK OVER: de DJ microfoon is aangeschakeld. Zodra de DJ in de microfoon
spreekt zullen de andere ingangen automatisch gedempt worden. De talkover
heeft 2 instelbare parameters:
 Talkover level (35): demping van de kanalen kan worden ingesteld.
 Talkover
recovery time (41): instellen
ingangskanalen terug op hun normale niveau te brengen.
30. MASTER2 VOLUME: Bepaalt het uitgangsniveau van de MASTER2 uitgang. Wordt
niet beïnvloed door het master1 volume(33), mono/stereo schakelaar(32) en master
balans(34).
31. LED VU METER: Precieze niveau meter, voorzien van een piekwaarde geheugen:
piekwaarden blijven gedurende korte tijd op het scherm staan.
Zeer belangrijk: Als U een perfect geluid wenst, hou dan rekening met de VU-
meter! De meeste DJ's gebruiken dit belangrijke instrument als een "mooi
lichteffect". Het is een sport om de meter zo ver mogelijk in het rood te jagen. Laat
ons duidelijk zijn: een goede DJ wil een perfect, onvervormd en dynamisch geluid.
Waarden boven 0dB betekenen "vervorming", hou de meter dus onder controle! 
32. MONO/STEREO SCHAKELAAR: schakelt master1 om tussen mono en stereo.
33. MASTER VOLUMEREGELAAR: Bepaalt het uitgangsvolume van Master1. (Opgelet:
de
uitgangsbegrenzing(40),
aan
uitgangsvolume sterk beperken. Kijk even naar de stand van deze potentiometer als
het uitgangsvermogen te laag is. Kijk ook even of de talkover uitgeschakeld is)
34. MASTER BALANS: stelt de links/rechts balans van de master in.
35. TALKOVER LEVEL: wordt gebruikt om de demping van de 5 ingangskanalen in te
stellen tijdens de werking van de automatische talkover.
BEDIENINGEN/AANSLUITINGEN OP DE ACHTERZIJDE
36. NETSCHAKELAAR: dient om de mengtafel in en uit te schakelen.
37. NETSTEKKER: gebruik deze om de meegeleverde voedingskabel aan te sluiten.
SYNQ®
51/119
HANDLEIDING
van
de tijd
nodig
de
achterzijde
van
de
mengtafel,
NEDERLANDS
38. FADER START: Via deze aansluitingen kunnen de faderstarts en crossfader effecten
de aangesloten (compatible) CD-speler(s) bedienen.
39. MASTER1 GEBALANCEERDE UITGANG: Deze XLR-connectoren worden gebruikt
om de SMX-2, door middel van gebalanceerde audiokabels op de geluidsversterking
(versterkers) aan te sluiten.
40. UITGANGSBEGRENZING: Om de aangesloten versterkers en luidsprekers te
beschermen kan U deze potentiometer gebruiken om de maximum uitgangsspanning
van Master1 te beperken. (Opgelet: De uitgangsspanning kan tot nul beperkt worden.
Als U geen uitgangssignaal op Master1 detecteert, gelieve dan even na te kijken of de
uitgangsbegrenzing per ongeluk op nul staat.)
om
de
41. TALKOVER RECOVERY TIME: hiermee stelt U de tijd in die nodig is om de
ingangskanalen terug op hun normale niveau te brengen nadat de DJ ophoudt met
spreken.
42. MICRO1 INGANG: hier kan U een extra microfoon aansluiten.
43. DJ MICRO INGANG: Combo stekker: U kan hier een gebalanceerde (XLR connector)
of ongebalanceerde (1/4" jack) microfoon aansluiten. Deze ingang wordt meestal voor
de DJ-microfoon gebruikt. De talkover(29) heeft geen invloed op deze ingang.
44. PHONO/LINE INGANG: hier kan een draaitafel of eender welk geluidsapparaat met
line niveau worden aangesloten.
 Aansluiten van de CD-speler: zet de "phono/line" schakelaar in "line" stand. Als
uw draaitafel over een line uitgang beschikt dan raden we U aan om deze ook te
gebruiken.
 Aansluiten van een draaitafel: zet de "phono/line" schakelaar in "phono" stand.
Vele draaitafels hebben een GND-aansluiting (aardingskabeltje) Het is ten
kan
het
sterkste aan te raden om dit kabeltje aan de "GND" aansluiting vast te maken!
45. LINE INGANG: Hier kan elk audiosignaal met lijnniveau (CD, tuner, MD, ...) worden
aangesloten.
46. EFFECT SEND: naast de interne effecten is het ook mogelijk om externe effect
apparatuur op de SMX-2 aan te sluiten. Het "send" signaal naar deze effectapparatuur
wordt met "effect assign" schakelaar(26) gekozen.
Opmerking: De effect send/return maakt het mogelijk om de interne sampler, via externe effect
apparatuur, toch van effecten te voorzien.
47. EFFECT RETURN: hier wordt de uitgang van de effectapparatuur aangesloten. Het
retour signaal wordt nu met het originele signaal gemengd. De sterkte van het return
signaal wordt bepaald door de faderstand van het kanaal dat met de "effect assign"
schakelaar(26) gekozen werd.
Opmerking: het return signaal kan met de "effect on/off" schakelaar(18) worden aan/uitgeschakeld.
48. RECORD UITGANG: Dit signaal is identiek aan dat van de masters maar wordt niet
beïnvloed door de volume en balansregeling van de master en de mono/stereo
schakelaar. Wordt gebruikt om analoge opnameapparatuur aan te sluiten.
49. MASTER2 ONGEBALANCEERDE UITGANG: bezit een afzonderlijke volumeregeling.
Deze uitgang is asymmetrisch en wordt gebruikt om extra versterkers aan te sturen.
50. MASTER1 ONGEBALANCEERDE UITGANG: Dit is exact hetzelfde signaal als op de
gebalanceerde master1 uitgang(39). Het signaal is echter asymmetrisch en kan dus
gebruikt worden om versterkers met ongebalanceerde (cinch) ingangen aan te sturen.
SMX-2
SYNQ®
HANDLEIDING
52/119
SMX-2

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières