Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
• De digitale wijzerplaat geeft de accu spanning van het op te starten voertuig aan.
Voertuig van 12 V :
• Als de spanning > 11 V, is de STARTPACK PRO 12.24 XL gereed om te starten :
Ga verder naar de hieronder beschreven etappe.
• Als de spanning < 11 V, geeft de STARTPACK PRO 12.24 XL een fout in de spanning aan :
- De accu van het voertuig is in slechte staat.
- Accu 6V of 24V.
- Verkeerde aansluiting van de spanning schakelaar.
Zie pagina 49.
Als de spanning van de accu van het voertuig na controle nog steeds < 11 V is :
Zie het hoofdstuk «SOS-modusfuncties».
Voor een 24V voertuig :
• Als de spanning > 22 V, is de STARTPACK PRO 12.24 XL gereed om te starten :
Ga verder naar de hieronder beschreven etappe.
• Als de spanning < 22 V, geeft de STARTPACK PRO 12.24 XL een fout in de spanning aan :
- De accu van het voertuig is in slechte staat.
- Accu 6V of 12V.
- Verkeerde aansluiting van de spanning schakelaar.
Zie pagina 49.
Als de spanning van de accu van het voertuig na controle nog steeds < 22 V is :
Zie het hoofdstuk «SOS-modusfuncties».
Draai de contactsleutel om, om de schakelaar uit te zetten en de starter functie te activeren
(6 s max).
nb : wacht 3 minuten tussen twee startpogingen als uw voertuig niet opstart.
Een voertuig dat na de derde poging niet start kan een ander probleem hebben : dynamo,
6 s max
gloeibougie......
• Schakel de STARTPACK 12.24 uit wanneer het voertuig gestart is.
Als gevolg van het opstarten of van een hoog verbruik van de accu's, knippert het rode lam-
pje als waarschuwing dat de interne accu's opgeladen moeten worden.
• Koppel eerst de zwarte klem en daarna de rode klem af van het voertuig.
• Sluit het apparaat, via de GYSFLASH 6.12 XL, aan op een 230V 50/60 Hz stopcontact, om
de interne accu's van de STARTPACK PRO 12.24 XL op te laden.
STARTPACK PRO 12.24 XL
NL
51