Montage van de enkelzijbediening
Verzeker u ervan dat de aandrijfrollen niet tegen de band
liggen (aan beide kanten)!
Schuif de verbindingsbuizen (1) met de boorgaten naar buiten
in de middenbuis (2).
Schuif de verbindingsbuizen (1) op de keerbouten (a). Steek
de schroeven (5) door de keerbouten en schroef deze vast.
Lijn de middenbuis (2) in het midden uit, meet dit eventueel
na. Draai in deze positie de 4 schroeven (4; 15 – 20 Nm) en
moeren M8 (3) vast. Controleer vervolgens nogmaals alle
schroefverbindingen.
5
1
5
a
Zwenk met de meegeleverde aanzwenkhendel de rollen aan.
Aan beide kanten moeten de aandrijfrollen nu aanliggen.
Controleer ook de tegenoverliggende zijde. Zwenk de aandrijf-
rollen weer weg.
Herhaal deze procedure aan de tegenoverliggende zijde.
Elektrische bedrading en relaisbesturing
De Mover is alleen geschikt voor aansluiting op 12 V-accu's
(gelijkstroom)!
Voor aanvang van de werkzaamheden accu en elke ex-
terne stroomvoorziening afklemmen. Bij onzekerheden
m.b.t. de elektrische aansluiting geeft u een erkende
auto-elektriciën opdracht voor het aansluiten.
Op elke motor zijn twee kabels (6 mm
Alle kabels over de caravanbodem naar de geplande mon-
tageplaats van de relaisbesturing leggen. De betreffende
aansluitkabels van de motor markeren (motor A of B – zie ook
aansluitschema) en provisorisch op de caravanondervloer naar
de geplande montageplaats van de besturing leggen. Een
geschikte plek voor de besturing is bijv. een bedopbergkast in
de directe omgeving van het rangeersysteem met een
minimumafstand tot de accu van 40 cm.
De besturing in de opbergkast plaatsen en bevestigen met de
meegeleverde spaanplaatschroeven (5 x 16).
Op een afstand van ca. 150 mm van de aansluitstrip van de
besturing een gat met Ø 25 mm op de caravanvloer markeren
voor de doorvoer van de kabelstrengen.
Voor het boren letten op eronder liggende chassisdelen,
gas- en elektriciteitsleidingen!
Gat boren, kabels door de caravanvloer naar de besturing lei-
den en zodanig aanleggen dat deze (met name bij doorvoeren
bij metalen wanden) niet kunnen schuren. Gebruik hiervoor
de meegeleverde mantelbuizen om beschadigingen aan de
kabels te vermijden.
De tractiemotoren bewegen tijdens werking. Ter
compensatie de kabels in dit bereik los met enige spe-
ling bevestigen, om uitrekken van de kabels te vermijden. Er
mogen geen kabels over de besturing worden gelegd!
46
4
2
3
) voorgemonteerd.
2
Kabels m.b.v. de meegeleverde klemmen en schroeven aan
het chassis resp. de ondervloer bevestigen.
Gat in voertuigbodem afdichten met plastisch carosserie-
afdichtingsmateriaal.
Aansluitschema
Montage
voor de as
Bovenaanzicht
B
A
Montage
achter de as
Bovenaanzicht
A
B
Aansluiting van de tractiemotoren
De motorkabel van de verder van de besturing verwijderde
tractiemotor inkorten. De motorkabel van de dichterbij gele-
gen tractiemotor op dezelfde lengte inkorten. Voor een uni-
form rijvermogen van de Mover dienen de beide motorkabels
van de tractiemotoren even lang zijn! Overtollige kabel moet
zonder lussen in golflijnen worden gelegd.
De motorkabels van de tractiemotor op de meegeleverde
platte stekkers klemmen. Klep van de aansluitstrip van de be-
sturing door erop te drukken ontgrendelen en kabels conform
aansluitschema erop klemmen (rood = plus, zwart = min).
Let op een zorgvuldige aansluiting!
Aansluiting van de accu
De accu-aansluitkabel (10 mm²) naar de besturing aanleg-
gen en met de meegeleverde klemmen en schroevengoed
vastzetten.
De aansluitkabels van de accu mogen niet worden ver-
lengd. Deze moeten apart van de motorkabels worden
gelegd en mogen niet over de besturing lopen.
De aansluitkabels van de accu zodanig aanleggen dat deze
(met name bij doorvoeren door metalen wanden) niet kunnen
schuren. Gebruik ter bescherming geschikte doorvoertulen,
om beschadigingen aan de kabels te vermijden. De aansluitka-
bels aansluiten op de aanwezige accuklemmen (rood = plus,
zwart = min).
De aansluiting van de besturing (conform aansluitschema)
moet in de volgorde – moer, ringoog accuaansluiting, moer –
plaatsvinden (draaimoment 10 Nm ± 1).
Tractie-
Tractie-
Accu
motor
motor
–
+
4
3
2
+
–
+
A
-
+
Tractie-
Tractie-
Accu
–
+
motor
motor
4
3
2
–
+
–
B
-
+
1
–
B
1
+
A