AUX-AUDIOBRONNEN
Jack-aansluiting
Aansluiting
Sluit de jackplug van de hoofdtelefoon van
uw draagbare audiospeler (meestal een
3,5 mm jackplug Jack ) met een geschikte
kabel (niet meegeleverd) aan op de Jack-
aansluiting van de AUX-ingang 13 op het
voorpaneel van het audiosysteem.
NB: u kunt een track niet rechtstreeks via
uw audiosysteem selecteren. Om een track
te selecteren moet u rechtstreeks de audio-
speler bedienen, bij stilstaande auto.
Gebruik
Alleen de tekst "AUX" wordt op het scherm
van het audiosysteem weergegeven. Er
wordt geen aanduiding van de naam van de
artiest of de track weergegeven.
Opmerking: Raadpleeg het hoofdstuk
"Systeeminstellingen" als u de gevoeligheid
van de Jack,-aansluiting wilt instellen.
(2/3)
Audiobestanden afspelen via
Bluetooth®
Als u een digitaal Bluetooth®-apparaat wilt
gebruiken, moet u dit bij het eerste gebruik
koppelen aan de auto (lees de informatie
over de Bluetooth®-functie in het hoofdstuk
"Algemene beschrijving").
Door de koppeling kan het audiosysteem
een digitaal Bluetooth®-apparaat herken-
nen en opslaan.
Opmerking: als uw digitale Bluetooth®-
apparaat zowel telefoon als audiospeler is,
worden automatisch beide functies gekop-
peld.
Bedien het draagbare audio-
apparaat alleen als de ver-
keersomstandigheden dat toe-
laten.
Berg de audiospeler op tijdens het rijden
(risico van vallen bij krachtig remmen of
bij een botsing).
Aansluiting
Ga als volgt te werk voor een reeds gekop-
peld apparaat:
– Schakel Bluetooth® op de draagbare au-
diospeler in zodat deze zichtbaar wordt
voor andere apparaten (raadpleeg de
handleiding van de audiospeler);
– Selecteer de Bluetooth®-audiobron door
op toets 4 op het voorpaneel van het au-
diosysteem of toets 15 op de stuurkolom-
regeling te drukken.
NL.25