70 | Nederlands
Probleem
Mogelijke oorzaak
Maaier werkt niet
Aan/uit-schakelaar niet
ingeschakeld
Mogelijke verstopping
Accu niet volledig opgeladen
Gras te hoog
Accu te warm/koud
Maaier staat
Problemen tijdens bedrijf
op het gazon
met het display
uitgeschakeld
Maaier laadt niet op Accu te warm/koud
Laadstation niet ingeschakeld
Laadpennen gecorrodeerd
Maaier is buiten
Begrenzingsdraad op een
begrenzingsdraad
helling
Obstakel nabij
begrenzingsdraad
Delen van het
De maaier moet meer
gazon zijn niet
maaibeurten uitvoeren om de
gemaaid
tuin te voltooien
Tijdvak niet lang genoeg voor
tuingrootte
Afstand tussen de
begrenzingsdraden te klein
Zware maai-omstandigheden
Gras te hoog
Hellingen in de tuin te steil
Corrigerende maatregel
Verwijder de maaier uit het laadstation, schakel de aan/uit-
schakelaar in en plaats de maaier terug in het laadstation
(zorg ervoor dat het laadstation is ingeschakeld - LED
brandt groen) .
Schakel altijd eerst de aan/uit-schakelaar uit, controleer
vervolgens onder de maaier en maak de onderkant indien
nodig vrij (draag altijd beschermende handschoenen) .
Plaats de maaier in het laadstation zodat deze kan worden
opgeladen . Het laadstation moet zijn ingeschakeld .
Maai het gazon met een conventionele grasmaaier op de
laagste maaihoogte voordat u de maaier gebruikt .
De maaier werkt bij een interne accutemperatuur tussen
5 °C en 45 °C . Laat de maaier afkoelen/opwarmen . Als de
storing zich regelmatig voordoet, moet u het laadstation in
de schaduw plaatsen .
Druk op de bevestigingsknop om het scherm te laten
oplichten of plaats de maaier in het laadstation .
De maaier werkt bij een interne temperatuur tussen
5 °C en 45 °C . Laat de maaier afkoelen/opwarmen . Als de
storing zich regelmatig voordoet, moet u het laadstation in
de schaduw plaatsen .
Schakel de voeding van het laadstation in . Als het
laadstation niet kan worden ingeschakeld, neem dan
contact op met uw officiële Honda-dealer .
Reinig de laadpennen .
Zorg voor een afstand van 30 cm tussen de begrenzingsdraad
en de helling, die maximaal 15°/27% mag zijn .
Verwijder het obstakel .
Laat de maaier 3 volledige maaibeurten uitvoeren om het
hele gazon te dekken .
Verleng het maaitijdvak of gebruik de kalenderfunctie Easy
Timer .
Vergroot de afstand tussen de begrenzingsdraden tot
minimaal 75 cm .
Selecteer de optie "ongelijk terrein/lage gevoeligheid" bij
het menu-item "Toestand van gazon/hobbelsensor" .
Maak de tuin vlak/verwijder hobbels/baken ongeschikte
gebieden af met de begrenzingsdraad - Volg de instructies
in de installatiehandleiding .
Selecteer de optie "ongelijk terrein/lage gevoeligheid" bij
het menu-item "Toestand van gazon/hobbelsensor" .
Zorg ervoor dat de maaier alleen wordt gebruikt op
hellingen van 15 graden of minder en dat de volledige tuin
zich niet op een helling bevindt .