Inbouwvoorbeeld met standvoet
Montage: De dompelpomp wordt aan de
drukzijde van een 90º-aansluiting voor-
zien en dan met een ketting in de scha-
cht of in de verzamelgroef geplaatst.
De niveaumeting kan via verschillende
systemen gebeuren. Bijzonderheden en
vereisten vindt u in de overeenkomstige
gebruikshandleiding.
ONDERHOUD
Wij bevelen aan het onderhoud volgens
EN 12056-4 en EN 60079-19 uit te voe-
ren.
Om een duurzame bedrijfszekerheid
van uw installatie te waarborgen be-
velen wij aan een onderhoudsovereen-
komst af te sluiten.
Voor elke werkzaamheid: Pomp
en sturing van het net scheiden
en verzekeren dat deze door
andere personen niet opnieuw onder
spanning kan gezet worden.
Stroomnetleiding op mechani-
sche en chemische beschadi-
ging controleren. Beschadigde
of geknikte leidingen moeten vervangen
worden.
Bij gebruik van een ketting voor
het optillen van de pomp, volg
de overeenkomstige nationale
voorschriften ter voorkoming van onge-
vallen op. Heftoestellen moeten regel-
matig door een vakkundige volgens de
wettelijke voorschriften gecontroleerd
worden.
Olecontrole
De oliekamer is door een messing
schroef naar buiten afgedicht. Voor
controle van de glijringdichting wordt de
olie van de oliekamer inclusief de reste-
rende hoeveelheid afgelaten en in een
zuivere meetbeker opgevangen.
∙ Is de olie met water doordrongen
(melkachtig), moet een oliewissel
gedaan worden. Na nogmaals 300
bedrijfsuren, max. echter na 6 maan-
den, opnieuw controleren!
∙ Is de olie echter met water en vuil
doordrongen, moet naast de olie ook
de glijringdichting vervangen wor-
den.
Ter controle van de oliekamer kan, ook
op een later tijdstip, de elektrode van
onze afdichtingscontrole "DKG-Ex" in
plaats van de messing schroef gemon-
teerd worden.
Oliewissel
Voor het behouden van de werkingsze-
kerhed moeten een eerste oliewissel na
300 en verdere oliewissels na telkens
1000 bedrijfsuren uitgevoerd worden.
Bij geringere bedrijfsuren moet echter
minstens eenmaal per jaar een oliewis-
sel uitgevoerd worden.
Wordt afvalwater met sterk abrasieve
bijmengsels getransporteerd moeten
de oliewissels in overeenkomstig korte-
re intervallen voorzien worden.
Voor de wissel van de oliekamervulling
moet hydraulisch-minerale olie HLP
van viscositeitsklasse 22 tot 46 gebruikt
worden, bv. Esso Nuto of Mobil DTE 22,
DTE 24, DTE 25.
De vulhoeveelheid bedraagt 390 cm³.
ATTENTIE! De oliekamer mag uitslui-
tend met de aangegeven oliehoeveel-
heid gevuld worden. Een overvullen
leidt tot vernieling van de pomp.
Reiniging
Voor de reiniging van het loopwiel bij
blokkering of verstopping worden de
binnenzeskantschroeven aan de onder-
zijde van de pomp uitgedraaid, de even-
tueel voorhanden zijnde standvoeten
afgenomen en het deksel uit de pomp-
behuizing getrokken. Nu kan het loop-
wiel gereinigd worden.
Versleten loopwielen kunnen
scherpe kanten hebben.
Het aantrekmoment M
A
materiaal A2 bedraagt voor M6
= 8 Nm
NEDERLANDS
Kleine hulp bij storingen
Pomp werkt niet
∙ Netspanning controleren (geen test-
pin gebruiken)
∙ Zekering defect = eventueel te zwak
(zie elektrische aansluiting)
∙ Nettoevoerleiding beschadigd = her-
steling uitsluitend door de fabrikant
Pomp loopt, doch transporteert niet
∙ Persleiding resp. slang leegmaken
zodat de terugslagklep opent en de
lucht uit de pompbehuizing kan ont-
snappen
Loopwiel geblokkeerd
∙ Vast materiaal en vezelmateriaal
hebben zich in de pompbehuizing
vastgezet = reinigen
Verminderde capaciteit
∙ Pompbehuizing verstopt = reinigen
∙ Loopwiel versleten = vervangen
∙ Verkeerde
draaistroom = 2 fazen van de toe-
voerleiding door een elektricien la-
ten omwisselen
voor schroef-
M
A
draairichting
bij
19