nl
De eventuele condensatorhouder en/of de schakelkast moet op een beschutte plaats voor on-
gunstige weersinvloeden geplaatst worden waarbij de in paragraaf 4.1 bepaalde beperkingen in
acht genomen moeten worden.
Nadat de hydraulische en elektrische aansluiting voltooid is wordt geadviseerd om de ruimte rondom het
reservoir met schoon zand op te vullen om eventuele bewegingen die door de installatie zelf en/of door
de grond erom heen veroorzaakt worden te beperken.
Voor nadere informatie zie hoofdstuk 12.
6. Inwerkingstelling
6.1 Hydraulische aansluiting
De hydraulische aansluitingen moeten tot stand gebracht worden door een vakbekwame installa-
teur, waarbij de geldende voorschriften in acht genomen moeten worden.
Het pompstation is voorzien van een schroefdeksel.
6.1.1 Voorbereiding van de doorgangsopeningen
De pompstations van de SINGLEBOX – DOUBLEBOX serie hebben verschillende mogelijkheden voor
wat betreft de in- en uitlaatleidingen. Het pompstation wordt met een verticale uitlaatpijp geleverd, die
door middel van PVC verbindingen (2") of een neerlaatsysteem (2") reeds op de elektropomp aangeslo-
ten is terwijl de diverse inlaten (die open gedrukt kunnen worden) dicht zijn. Zij kunnen met een hamer
open geslagen worden als de uitwendige diameter van de pijp overeenstemt met de maximum diameter
van de opening of zij kunnen met een boormachine met een gatzaag open geboord worden als de dia-
meter van de openingen kleiner moet zijn.
Als er een handmembraanpomp voor het legen in geval van nood geïnstalleerd moet worden moet het
blinde gat gebruikt worden.
Voor nadere informatie zie hoofdstuk 12.
6.1.2 Aanleg en aansluiting van de leidingen
De uitlaatpijp moet op de verbindingspijp met het openbare of particuliere rioolstelsel aangesloten wor-
den. Er wordt geadviseerd om balkeerkleppen en afsluiters te installeren. Al naargelang het type installa-
tie en de geldende plaatselijke norm kan het noodzakelijk zijn om een sifon op de verbindingspijp met
het openbare of particuliere rioolstelsel te plaatsen.
Alle leidingen moeten zodanig vastgezet worden dat het gewicht ervan het pompstation niet belast. In-
dien nodig moeten er geschikte voorzieningen gemaakt worden om te voorkomen dat er trillingen ont-
staan en de leidingen moeten beschermd worden ten aanzien van de vorming van ijs. De doorvoeren
van de pijpen door muren moeten afgekit worden om het ontsnappen van onaangename geuren te
voorkomen.
De plaatselijke en/of landelijke reglementen, wettelijke voorschriften en normen moeten altijd in acht ge-
nomen worden.
6.2 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen moeten tot stand gebracht worden door een vakbekwame installa-
teur, waarbij de geldende voorschriften in acht genomen moeten worden.
Er moet gecontroleerd worden of het type net, de voedingsspanning en -frequentie overeenstem-
men met de nominale gegevens van de schakelkast en de motor die op de typeplaat staan. Er
moet voor een geschikte bescherming van de elektrische lijn tegen kortsluiting gezorgd worden.
Alvorens aan het werk te gaan moet gecontroleerd worden of alle aansluitingen (en dit geldt ook
voor de potentiaalvrije aansluitingen) spanningsvrij zijn.
Op de voedingslijn moet, tenzij de geldende plaatselijke voorschriften andere bepalingen opleggen, het
94
Informatie voor de installateur