5.5.2 Vlotterschakelaar met meerdere contacten
Vroeger werden deze vlotterschakelaars "vlotterschakelaars met kwikampul" genoemd. Na het verbod op
kwik met het oog op milieuverontreiniging zijn er producten ontwikkeld die dezelfde functies hebben on-
danks het feit dat zij geen kwik bevatten. Deze worden bij bijzonder vuil rioolwater gebruikt.
Met slechts één vlotterschakelaar is het niet mogelijk om het starten en het stoppen van de elektropomp
te bedienen. Daarom moeten er per pomp twee vlotterschakelaars geplaatst worden.
5.6 Keuze van de extra leegpomp
Al naargelang het type installatie en de plaatselijke voorschriften en/of gewoonten kan het nodig zijn om
een kleine pomp voor het legen in geval van nood te installeren. Deze moet op een iets lager niveau dan
het pompstation geplaatst worden en dient om eventuele overstromingen in geval van binnendringing of
andere werkingsproblemen van de pompen die in het pompstation geïnstalleerd zijn te voorkomen. Hier-
bij kan het ook nodig zijn om in een noodvoeding voor deze elektropomp te voorzien (accu's met bij-
behorende acculader).
5.7 Bovengrondse plaatsing van het pompstation
De elektrische voedingskabel mag niet gebruikt worden om de elektropomp hieraan op te tillen
en te vervoeren.
Het pompstation moet op een horizontale ondergrond geplaatst worden die geschikt is om het
gewicht van het pompstation tijdens de werking te verdragen.
Er moet gewaarborgd worden dat er voldoende ruimte rondom en boven het pompstation is voor de in-
stallatie en het onderhoud.
De eventuele condensatorhouder en/of de schakelkast moet op een beschutte plaats voor on-
gunstige weersinvloeden geplaatst worden waarbij de in paragraaf 4.1 bepaalde beperkingen in
acht genomen moeten worden.
Als het pompstation in een gebouw geplaatst wordt moet er voor voldoende ventilatie gezorgd worden
om de vorming van giftige of ontvlambare mengsels te voorkomen (de deksel van het pompstation is
voorzien van ontluchtingsgaten).
Voor nadere informatie zie hoofdstuk 12.
5.8 Ondergrondse plaatsing van het pompstation
De elektrische voedingskabel mag niet gebruikt worden om de elektropomp hieraan op te tillen
en te vervoeren.
Het pompstation mag niet rechtstreeks op de grond geplaatst worden. De installatieplaats mag
niet overspoeld zijn met grondwater en mag niet onderhevig zijn aan andere overstromingen.
Voorwaarde voor de installatie is dat de ondergrond horizontaal moet zijn en geschikt moet zijn
om het gewicht van het pompstation tijdens de werking te verdragen. Al naargelang de bodem-
gesteldheid kan het noodzakelijk zijn om muren van bakstenen of betonnen of andere prefab
delen te maken.
Er dient vermeden te worden om met motorvoertuigen over de deksel heen te rijden en/of erover
heen te lopen. Het reservoir is niet berekend op een dergelijke belasting.
De kuil moet met een deksel (klep) of iets anders afgesloten worden zodat alle voorkomende onderhoud-
swerkzaamheden naderhand makkelijk uitgevoerd kunnen worden. Als het pompstation buiten geïnstal-
leerd wordt moeten er geschikte voorzieningen gemaakt worden om op de aanwezigheid ervan te atten-
deren om het gevaar van onvoorziene schade uit te sluiten. Er moet gewaarborgd worden dat er vol-
doende ruimte rondom en boven het pompstation is voor de installatie en het onderhoud.
nl
93