5.3
Elektrische aansluiting:
BELANGRIJK: Verplichte aarding.
Er wordt aangeraden om de installatie te beveiligen met een zekering en
differentieelschakelaar.
Uw elektriciteitsinstallatie die stroom levert aan de machine moet zoals hieronder aangegeven
worden beveiligd:
- Noord-Amerika: Beveiliging 15 A
- Rest van de wereld: Beveiliging 16 A
Machines die uitgerust zijn met een regelaar moetenworden aangesloten op een aftakdoos op een
lijn die uitgerust is met een differentieelschakelaar van 300 mA.
Opmerking: Elk probleem dat te wijten is aan een andere soort aansluiting wordt niet gedekt door de
garantie.
Voordat u uw machine op het net aansluit en om een storing van de motor bij het onder spanning
zetten te vermijden, is het belangrijk dat u controleert of het elektriciteitsnet overeenstemt met de
eigenschappen van de machine (zie het identificatieplaatje).
Dit apparaat is conform de machinerichtlijnen 2006/42, 2006/95, 2004/108 en draagt de CE-
markering die hiervan getuigt.
Houd rekening met de veiligheidspictogrammen op de machine:
Pictogram dat wijst op gevaar voor elektrocutie. Trek de machine vóór elke
interventie uit het stopcontact. Dat vindt u aan de achterkant van de machine in
de buurt van het netsnoer en binnenin de machine op de schakelkast (fig.7, n°25).
U vindt het elektrische schema van de machine op de achterkant van de deur van
de schakelkast (fig.7, n°26).
5.4
Inbedrijfstelling:
Zorg er vóór de inbedrijfstelling voor dat er zich geen enkel storend voorwerp bevindt op de
bewegende onderdelen van de machine.
Controleer of het oliecontrolelampje op het bedieningspaneel brandt. Als dat het geval is, vul
dan 5 l olie bij via de olievuldop (als het oliepeil op het minimum staat wanneer de machine niet
werkt).
De machine is uitgerust met een regelaar. Het is dus niet nodig om de rotatiezin van de
verschillende functionele onderdelen na te gaan. Wanneer de machine is ingeschakeld, is
ze gebruiksklaar.
Raadpleeg het hoofdstuk "Gebruik" voor informatie over het gebruik van de machine.
Nederlands
40