Functies en bediening
Ontgrendelen
Vluchtdeurfunctie
In principe geldt dat een vluchtdeur altijd van binnen geopend kan worden met de deurkruk, óók als deze afgesloten is.
Het afgesloten veiligheidsslot kan afhankelijk van de slotvariant met E-functie ("E-functie (wisselfunctie)",
pagina 109), met B-functie ("B-functie (omschakelfunctie)", pagina 109) met of zonder vluchtdeur-
functie op verschillende manieren worden ontgrendeld.
Variant met E-functie –
ontgrendeling in de volgende situaties:
· van binnen wordt de deurkruk of het paniekbeslag bediend (vluchtdeurfunctie),
· van buiten worden door het bedienen van de sluitcilinder de grendels mechanisch teruggeschoven, waardoor de
dagschoot vrijkomt.
Variant B-functie met vluchtdeurfunctie –
ontgrendeling in de volgende situaties:
· van binnen wordt de deurkruk of het paniekbeslag bediend (vluchtdeurfunctie),
· van buiten wordt de sluitcilinder bediend. De deur kan hierna via de hierdoor ingeschakelde buitendeurkruk ge-
opend worden.
De deur blijft na het dichtgaan toegankelijk, want de buitendeurkruk is nog steeds actief. Pas door de
sluitcilinder in de tegengestelde richting te draaien, wordt de buitenste deurkruk weer uitgeschakeld.
Variant B zonder vluchtdeurfunctie –
ontgrendeling in de volgende situaties:
· de sluitcilinder wordt bediend. De deur kan hierna via de hierdoor ingeschakelde buiten- en binnendeurkruk ge-
opend worden.
De deur blijft na het dichtgaan toegankelijk, want beide deurkrukken – binnen en buiten – zijn nog steeds actief. Pas
door de sluitcilinder in de tegengestelde richting te draaien, worden de deurkrukken weer uitgeschakeld.
NL
119