Sluit de dauwpuntdetector (indien voorzien in het gekozen systeem) met een wille-
keurige polariteit aan op de ingang S5/TS10.
Sluit de sensor Grundfos Direct Sensor™ RPS (drukregelaar) aan op de ingang S6.
S6 kan ook worden gebruikt als ingang voor het feedbacksignaal 0-10 V in de sys-
temen 3 en 4 (pin 2).
S7 kan gebruikt worden als potentiaalvrije ingang voor de werking in koeling.
In de fabriek zijn pin 2 en 3 door middel van een klem voorzien van een jumper.
Als het contact gesloten is (aangebrachte jumper) wordt in geval van verzoek het
verwarmingscircuit geregeld. Als het contact open is (niet-aangebrachte jumper) en
de optie Koelen is geactiveerd, wordt de koeling op verzoek geactiveerd.
De als PWM A gemarkeerde klem is een bedieningsuitgang voor een hoogrende-
mentspomp.
Als er gebruik wordt gemaakt van een gecentraliseerde externe eenheid voor
de externe sensor, moet deze met willekeurige polariteit worden aangesloten op
de VBus-klemmen.
OPGELET!
R4
230 V ~
12/24 V
R4
TRANSFORMATOR
RELAIS
GENERATOR
161010
Sensors
R4|1 (1) A 30V
GND
R4
De aansluiting op het netwerk gebeurt op de volgende klemmen:
nul N
lijn L
aarding
Î Gebruik voor de aansluiting op het elektriciteitsnet een kabel type H05VV-F met
een minimale doorsnede van 0,75 mm².
6
Gevaar schade door overspanning!
Î Sluit R4 aan op een maximale spanning van
30 V
!
Î Als de spanning de
30V overschrijdt, moet
een hulprelais gebruikt worden.
Manufactured
T4A
by RESOL - TYPE SLT
100 – 240 V
Heiskampstr. 10
50 – 60 Hz
D-45527 Hattingen
IP 20
R1-R3|1 (1) A 240 V~
S6
L
S7
N
Opmerking
De aansluiting van de sensoren is afhankelijk van het geselecteerde systeem (pag. 7).
Extra klemmen: gebruikt als ondersteuning extra microschakelaar mengkraan voor
de besturing van de generator als deze een spanning boven 30 V heeft, anders naar
contact R4.
Vorstbeveiliging: standaardregeling; S2 minder dan 7 °C: de pomp wordt gestart en
regelt om voor 30 min 20 °C te hebben (zie pag. 15).
Externe sensor: indien defect referentietemperatuur 0 °C.
3
Bediening en werking
3.1 Toetsen en draaischakelaar
De regeleenheid wordt bediend door middel van 2 toetsen en 1 draaischakelaar
(Lightwheel
) die zich onder het display bevinden:
®
Linker toets (
) -ESC-toets om terug te keren naar het vorige menu
Rechter toets (✓) - bevestigen / selecteren
Lightwheel
- omhoog / omlaag draaien, de waarden verhogen / verlagen
®
3.2 Instelwaarden en gebruikerscode
De instelwaarden zijn alleen beschikbaar als de gebruikerscode correct is ingevoerd.
Houd, voor het invoeren van de gebruikerscode, de rechter toets (✓) op het
startscherm ongeveer 3 seconden ingedrukt.
Gebruikerscode: 0322
Als de gebruikerscode correct is ingevoerd, verschijnt het menu van de instelwaarden.
Druk, om terug te keren naar het startscherm, op de linker toets (
Als er gedurende 5 minuten niet op een toets wordt gedrukt, keert de regeleenheid
terug naar het startscherm.
).