Opmerking
Om terug te keren naar het menu instelwaarden, moet nogmaals de
gebruikerscode worden ingevoerd.
3.3 Controlelampje
De regeleenheid is in het midden van het Lightwheel
controlelampje. Het controlelampje geeft de volgende bedrijfsstatussen aan:
Kleur
Continu brandend
Alles ok
Groen
Geel
Rood
4
Systemen
Systeem 1 (Verwarming regeling op basis van een vaste instelling of met besturing
efficiëntie warmtewisseling – Koeling Regeling met vaste instelling - Mengventielen
met motor 3 punten 230 V)
voorzien van een veelkleurig
®
knipperend
Handmatige modus: ten minste één relais
in de automatische modus (Off, Max of
Min)
Druk van het systeem onder de minimum-
waarde Minimale druk, Tmax over-
schreden met 5 K
Fout sensor, veiligheidsdeactivering
geactiveerd, Tmax overschreden met ten
minste 5 K
R2 = opening
R3 = sluiting
S2
Aanvoer
R1
S3 (optioneel)
Retour
De regeleenheid controleert het signaal van de ruimtethermostaat (OT). Als de
ruimtethermostaat energie vraagt, worden de pomp (R1) en R4 ingeschakeld
voor het verwarmingsverzoek. De door de sensor S2 gemeten temperatuur
wordt bewaakt. Het mengventiel wordt zo geregeld dat de ingestelde tempera-
tuur T Set wordt gehandhaafd en bereikt op S2.
Als de optie TMberekend (regeling retourtemperatuur S3, fabrieksinstelling =
Ja) actief is, berekent de regelaar de energie noodzakelijk voor de nominale aan-
voertemperatuur, noodzakelijk om het systeem op de correcte temperatuur te
handhaven. Hiervoor wordt de retourtemperatuur (S3) bewaakt. De berekende
nominale aanvoertemperatuur wordt aangegeven als Tnom.aanvoer.
De regeleenheid wordt beveiligd door een niet-verstelbare uitschakelbeveiliging.
Als de door de sensor S2 gemeten temperatuur de 90 °C bereikt of overschrijdt,
wordt het mengventiel gesloten.
Op het display verschijnt het waarschuwingssymbool
knippert geel. Als de door de sensor S2 gemeten temperatuur de 95 °C bereikt
of overschrijdt, worden R1 en R4 uitgeschakeld. Het Lightwheel
Als de optie Tmax geactiveerd wordt, kan er een lagere waarde worden
ingevoerd voor de veiligheidsuitschakeling. Als de temperatuur van S2 de
waarde van (TMax - 5K) overschrijdt, verschijnt op het display het symbool
en zal het Lightwheel
geel knipperen. Als de temperatuur Tmax met 5
®
K wordt overschreden, worden R1 en R4 uitgeschakeld. Het Lightwheel
knippert rood.
Als de optie Koeling actief is, wordt het mengventiel zo geregeld dat de tem-
peratuur voor koeling T.Koeling. op S2 wordt bereikt en gehandhaafd. Opti-
oneel kan met contact S7 de functie verwarming/koeling op afstand beheerd
worden.
Open contact = koeling
Gesloten contact = verwarming
Als de optie Controle UR% actief is, bewaakt de regelaar ook de vochtsen-
sor. Als de vochtsensor in alarm is, wordt de functie koeling onderbroken en
verschijnt het waarschuwingssymbool. Wanneer wordt teruggekeerd binnen de
ingestelde vochtigheidswaarde UR%, wordt de functie voor koeling hervat.
Toewijzing van de klemmen
S1
= Externe temperatuursensor
S2
= Aanvoer verwarmingscircuit
S3
= Retoursensor (optioneel)
OT
= Ruimtethermostaat
S5/TS10 = Dauwpuntdetector (optioneel)
S6
= Grundfos Direct Sensor™ RPS drukregelaar (optioneel)
en het Lightwheel
®
®
knippert rood.
®
7