Inschakelen/Bedrijf; Na Het Inschakelen; Onderhoud; Algemeen - Homa Sanimaster PE Manuel D'instructions Original

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Is dit bij de hierboven aangegeven instelling niet het geval,
dan moeten de afstanden dienovereenkomstig worden
verkleind.

5.9. Inschakelen/bedrijf

Zet daartoe de bedrijfsschakelaar van de pompbesturing
in de stand "Auto" . Zoals beschreven in hoofdstuk 5.5.1
en 5.5.2, beginnen de pompen te werken zodra de water-
stand in het verzamelreservoir het vereiste niveau bereikt.
Als het peil het uitschakelniveau bereikt, wordt de pomp
automatisch uitgeschakeld.
Sanimaster S (enkele installatie)
Is het inschakelniveau in het reservoir bereikt, dan wordt
de pomp zo lang in bedrijf gesteld tot de vloeistof in het
reservoir tot het uitschakelniveau is gedaald. Bereikt het
vloeistofpeil in het reservoir het alarmniveau, dan wordt
er een alarmmelding geactiveerd, die actief blijft tot het
vloeistofpeil weer tot onder het niveau is gedaald.
Sanimaster T (dubbele installatie)
Het schakeltoestel verdeelt de bedrijfstijden over beide
pompen door na elke pompwerking de inschakelvolgorde
om te draaien. Is het pompniveau 1 in het reservoir be-
reikt, dan wordt de eerste pomp in bedrijf gesteld. Stijgt
het medium in het reservoir verder tot aan het inschakel-
niveau 2, dan wordt de tweede pomp automatisch bijge-
schakeld. Daalt het vloeistofpeil weer tot niveau 1, dan
wordt de eerste pomp uitgeschakeld. De pomp die nog in
bedrijf is, wordt uitgeschakeld zodra het uitschakelniveau
is bereikt. Zijn beide pompen in bedrijf en overschrijdt het
vloeistofpeil het alarmniveau, dan wordt er een alarmmel-
ding geactiveerd, die actief blijft tot het vloeistofpeil tot
onder het niveau is gedaald.

5.9.1. Na het inschakelen

De nominale stroom wordt bij het opstartproces gedu-
rende korte tijd overschreden. Na beëindiging van dit
proces mag de bedrijfsstroom de nominale stroom niet
meer overschrijden. Wanneer de motor na het inschake-
len niet meteen start, moet de machine onmiddellijk wor-
den uitgeschakeld. Voordat er een nieuwe inschakeling
plaatsvindt, moeten de schakelpauzes volgens de Techni-
sche gegevens worden aangehouden. Als de storing zich
opnieuw voordoet, moet de machine onmiddellijk weer
worden uitgeschakeld. Een nieuwe inschakelpoging mag
pas worden gestart als de fout is verholpen. De volgende
punten moeten worden gecontroleerd:
Bedrijfsspanning (toegestane afwijking +/- 5% van de
nominale spanning)
Frequentie (toegestane afwijking -2% van de nomina-
le frequentie)
Stroomverbruik (toegestane afwijking tussen de fa-
sen max. 5%)
Spanningsverschil tussen de verschillende fasen
(max. 1%)
Schakelfrequentie en -pauzes (zie Technische gege-
vens)
Binnendringen van lucht bij de toevoer, evt. moet er
een stootplaat worden aangebracht
Minimale afdekking door water, niveauregeling,
droogloopbeveiliging
Rustige loop
Op lekkages controleren, evt. de nodige stappen on-
dernemen volgens hoofdstuk "Onderhoud"

6. Onderhoud

6.1. Algemeen

De complete installatie moet regelmatig worden gecon-
troleerd en onderhouden.
De volgende punten moeten worden nageleefd:
De handleiding moet beschikbaar zijn voor het on-
derhoudspersoneel en in acht genomen worden. Er
mogen alleen onderhoudswerkzaamheden en -maat-
regelen worden uitgevoerd die hier worden vermeld.
Alle onderhouds-, inspectie- en reinigingswerkzaam-
heden aan de machine en de installatie moeten met
grote zorgvuldigheid, op een veilige werkplek en
door geschoold vakpersoneel worden uitgevoerd.
De benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten worden gedragen. De machine moet voor
alle werkzaamheden van het stroomnet worden ge-
scheiden. Een onbedoelde inschakeling moet worden
verhinderd. Daarnaast moeten bij werkzaamheden in
bekkens en/of reservoirs absoluut de relevante voor-
zorgsmaatregelen volgens ARBO/VCA worden ge-
troffen.
Elektrische werkzaamheden aan de machine en de
installatie moeten door een vakman worden uitge-
voerd. Bij machines met Ex-goedkeuring moet u ook
het hoofdstuk "Explosiebeveiliging" in de bijlage in
acht nemen!
Controleer of het benodigde gereedschap en materi-
aal beschikbaar is. Orde en reinheid garanderen veilig
en probleemloos werken aan de machine. Verwijder
na de werkzaamheden gebruikt poetsmateriaal en
gereedschap van de machine. Bewaar alle materialen
en gereedschappen op de daarvoor bestemde plaats.
Vloeistoffen voor het bedrijf (bijv. olie, smeermid-
delen, etc.) moeten in geschikte reservoirs worden
opgevangen en volgens de voorschriften worden af-
gevoerd (volgens richtlijn 75/439/EEG en verordenin-
gen §§5a, 5b volgens AbfallGesetz (Duitse afvalwet)).
Bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden moet
de juiste beschermende kleding worden gedragen.
Deze moet volgens de Duitse afvalsleutel TA 524 02
en EG-Richtlijn 91/689/EEG worden afgevoerd. Alleen
de door de fabrikant aanbevolen smeermiddelen mo-
gen worden gebruikt. Oliesoorten en smeermiddelen
mogen niet worden gemengd. Gebruik alleen origine-
le onderdelen van de fabrikant
Een testloop of een functietest van de machine mag al-
leen onder de algemene bedrijfsvoorwaarden plaats-
vinden!
NEDLERLANDS | 35

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Sanimaster va

Table des Matières