•
De installatie moet dusdanig worden geïnstalleerd
dat de bedieningselementen en te onderhouden ele-
menten gemakkelijk toegankelijk zijn. Zorg voor vol-
doende vrije ruimte (ca. 50 cm) tussen de toevoer aan
de zijkant en aanwezige wanden.
•
Draai alle klemmen die de elastische overgangsstuk-
ken met de leidingen en de tank verbinden vast met
20Nm.
•
Monteer een schuifafsluiter in de toevoer- en perslei-
ding, om de handelingen bij onderhoud of eventuele
demontage van de installatie te vergemakkelijken.
•
Ter vermijding van afzettingen in de horizontale pers-
leiding moeten de leiding en de installatie ontworpen
zijn voor een minimale stroomsnelheid van 0,7 m/s,
bij verticale leidingen minimaal 1,0 m/s.
•
De toevoer wordt aangesloten op het horizontale aan-
sluitstuk DN50 met 700 mm of 1000 mm toevoer-
hoogte. Voor de gewenste aansluiting moet de juiste
opening op het desbetreffende inlaatstuk van het re-
servoir worden afgesneden. De binnendiameter van
de toevoerleiding en van het inlaatstuk moeten op
elkaar zijn afgestemd.
•
De persleiding moet niet in scherpe bochten worden
gelegd. De leiding moet tot boven het opstuwingsni-
veau worden geleid, d.w.z. dat deze steeds stijgend
tot boven dit niveau en vervolgens in een lus direct
naar de verzamelleiding moet worden geleid.
•
Direct na de geïntegreerde terugslagklep moet in de
persleiding een schuifafsluiter worden gemonteerd.
•
Voor een probleemloze werking van de niveaurege-
ling voor het leegmaken van het verzamelreservoir is
het absoluut noodzakelijk de persslang tussen verza-
melreservoir en besturingskast knikvrij en steeds stij-
gend zonder lussen aan te leggen.
•
De verticale ontluchtingsaansluiting opensnijden en
een DN 70-ontluchtingsleiding op het verzamelre-
servoir monteren met behulp van het meegelever-
de elastische overgangsstuk. De ontluchtingsleiding
moet verstoppingsvrij, beveiligd tegen knikken wor-
den geïnstalleerd. De leiding moet in overeenstem-
Overstroming niveau
ming met de plaatselijke voorschriften naar buiten
worden geleid.
•
Het meegeleverde/aangesloten schakeltoestel moet
in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften
overstromingsveilig aan de wand worden bevestigd.
•
Wij adviseren de installatie van een handmem-
braanpomp om het verzamelreservoir bij eventuele
stroom- of pompuitval te kunnen leegmaken. Hiertoe
de 1"-aansluiting die zich op het reservoir bevindt
openboren. De handmembraanpomp in een 1"-stijg-
leiding (leiding of slang gebruikten) inbouwen. Boven
de handmembraanpomp moet een terugslagklep in
de leiding worden ingebouwd, om terugstromen van
de vloeistof te voorkomen. De stijgleiding boven het
opstuwingsniveau naar de verzamelleiding leiden.
5.3. Inbedrijfstelling
Dit hoofdstuk bevat alle belangrijke instructies voor het
bedieningspersoneel voor een veilige inbedrijfstelling en
bediening van de machine.
Het is van belang dat de volgende gegevens worden aan-
gehouden en gecontroleerd:
Het bedrijfs- en onderhoudshandboek moet altijd bij
de machine of op een daartoe bestemde plaats wor-
den bewaard, waar het altijd toegankelijk is voor het
voltallige bedieningspersoneel.
•
Het voltallige personeel dat aan de machine werkt,
moet de handleiding ontvangen, gelezen en
•
Deze machine is alleen geschikt voor toepassing bij
de aangegeven bedrijfsvoorwaarden.
•
De pomp nooit langere tijd droog laten lopen (overver-
hittingsgevaar).
•
Vóór de inbedrijfstelling van de installatie moeten
aanwezige buisafsluiters of schuifafsluiters worden
geopend.
NEDLERLANDS | 31