Word de vooraf fabrieksingestelde inschakelniveau be-
reikt, dan zal de pomp door de besturing worden inge-
schakeld. Tijdens de werking van de pomp zal de groene
LED langzaam knipperen.
Om het verzamelreservoir bij elke pompproces compleet
te legen en om aanslag in het reservoir te vermeiden, is
in de besturing een nalooptijd van 5 seconden geprogram-
meerd. Deze nalooptijd begint na het bereiken van het
uitschakelpunt en word door snel knipperen van groene
LED weergegeven. Na afloop van de nalooptijd schakelt
de pomp weer uit.
Storingsmeldingen worden door de besturing weergeven
via een rode LED. Over deze LED worden de volgende
meldingen weergegeven:
Rode LED blinkt – hoogwateralarm
•
De in de fabriek geprogrammeerde alarmniveau is over-
schreden. Dit kan veroorzaakt worden door b.v. een tijde-
lijk sterke toeloop naar de installatie. In dit geval wordt het
alarm automatisch gereset wanneer de pomp de toeloop
laat afnemen en het waterstand onder het alarmniveau
daalt.
Blijft deze toestand een langere tijd aanhouden (>5 minu-
ten) kunt u bellen met de HOMA klantenservice.
In dit geval moet extra watertoevoer naar het reservoir
vermeden worden.
Rode LED verlichting algemeen – Maximale loop-
•
tijd overschreden
De installatie is zo ontworpen, dat de pomp bij normale
bedrijfsomstandigheden (opvoerhoogte en instroom volu-
me overeenkomstig de installatiecurven) het verzamelre-
servoir bij het bereiken van het inschakelpunt kan legen in
ca. 30 sec. Een continue toevoer naar de installatie kan
ervoor zorgen dat de looptijd wordt overschreden. Daar de
pomp niet voor continubedrijf is ontworpen, zal de bestu-
ring de looptijdoverschreiding na 120 sec. onafgebroken
pompenbedrijf, door een continu signaal van de rode LED
signaal weergeven.
De besturing zal daarna de pomp voor twee seconden
stoppen en opvolgend weer starten. Deze functie zal een
eventuele storing als gevolg door b.v. onvoldoende ont-
luchting van de installatie of verstopping van de waaier
zelfstandig verwijderen. Blijft deze toestand een langere
tijd aanhouden (>5 minuten) kunt u bellen met de HOMA
klantenservice. In dit geval moet extra watertoevoer naar
het reservoir vermeden worden.
De bovenstaand beschreven storingen worden bovendien
over een in de besturing geintegreerde akoestische alarm-
gever gesignaleerd. De verschillende signalen hebben
daarbij de volgende betekenins:
•
1 Piep / seconde=Maximale looptijd overschreden
•
3 Piep / seconde=Hoogwateralarm
De besturing heeft daarnaast ook een testknop aan de
bovenzijde. Hiermee kan de pomp onafhankelijk van het
niveau in het reservoir geactiveerd worden voor testdoel-
einden. Deze knop kan bij een storing of defect van de
besturing ook in noodgebruik toegepast worden, zodat de
pomp weer geactiveerd word.
5.5.2 Andere elektronische regeleenheden
Indien u niet de standaard besturingseenheid van de he-
finrichting gebruikt, zorg er dan voor dat de alternatieve
component die u gebruikt alle noodzakelijke bedienings-
en bewakingsfuncties bevat. Gebruik in dat geval voor
de installatie, configuratie en inbedrijfstelling de bij de
besturingseenheid gevoegde bedieningshandleiding. Dit
garandeert dat u een product gebruikt dat voldoet aan de
CE-normen.
5.6. Draairichting
Bij eenfasemotoren is een controle van de draairichting
niet noodzakelijk, omdat deze altijd met de juiste draairich-
ting draaien.
Bij driefasenmotoren moet de draairichting voor de inbe-
drijfstelling worden gecontroleerd. Bij toepassing van een
HOMA-schakeltoestel met draairichtingscontrolemelding
licht deze bij verkeerde draairichting op.
Bij verkeerde draairichting moeten 2 fasen van de netaan-
sluiting worden omgewisseld. De pompen worden stan-
daard met CEE-netstekker geleverd. De faseverwisseling
vindt plaats door de ronde borgplaat aan de stekkerpolen
met een schroevendraaier 180° te draaien.
5.7. Inschakelen/bedrijf
Zet daartoe de bedrijfsschakelaar van de pompbesturing
in de stand "Auto" .
Zoals beschreven in hoofdstuk 5.5.1 beginnen de pompen
te werken zodra de waterstand in het verzamelreservoir
het vereiste niveau bereikt. Als het peil het uitschakel-
niveau bereikt, wordt de pomp automatisch uitgescha-
keld.
5.8. Verzamel storingsmelding/ Netonafhankelijk
alarm (optie)
Optioneel kan de besturing met een storingmeldings-mo-
dule (Art.nr.1964159) uitgerust worden. Het relaiscontact
kann geladen worden met 5A/230VAC. De module word
zoals omschreven, geplaatst op de beoogde pennfitting
en met de bijbehorende schroeven bevestigd.
Voor de kabelaansluiting is desgewenst de bijgevoegde
schroef voor installatie. Wanneer er geen storing is, laat
het relais op, via het geopende contact 11/12. Bij storing
of spanningsuitval gaat het relais aan, het contact 11/12 is
gesloten. Voor melding met een storingslamp is een exter-
ne spanningsvoeding nodig.
Word er een netafhankelijke storingsmelding gevraagd is
optioneel ook het bedrijf met een alarmschakelkast AL3
(zie toebehoren met ingebouwde 9V accu mogelijk. In
plaats van een vlotterschakelaar kann dan in het poten-
tieelvrije contact van de schakelkast een storingsmel-
dings-module aangesloten worden. (Verdere omschrijving
zie handleiding AL3)
NEDLERLANDS | 47