items te wassen (bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, veters, linten, etc.).
•
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot
overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
- onderbreek het programma en open de deur
(raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
-herverdeel de lading met de hand zodat de
items gelijkmatig over de trommel zijn verdeeld;
- druk op de toets
door.
•
Vermijd het wassen van kleding vol met lange
haren van dieren of van kleren van slechte
kwaliteit die veel pluis afgeven, want dat kan het
afvoercircuit blokkeren en daarom leiden tot de
noodzaak van hulp van een technicus.
•
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Bind riemen, koorden, veters,
linten en andere losse elementen vast.
•
Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
TYPE EN HOEVEELHEID WASMIDDEL.
De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de
juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw
wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
•
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere
middelen die speciaal bedoeld zijn voor
wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
– waspoeder voor alle soorten weefsels, met
uitzondering van fijne was. Kies bij voorkeur
voor waspoeder met bleekmiddel voor witte
was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage temperatuur (max.
18
. De centrifugeerfase gaat
60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
•
De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal
afhangen van: type stof (delicaat, wollen, katoen,
enz.), de kleur van de kleding, de grootte van de
lading, de mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
•
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel of de andere toevoegingen zonder
het aangegeven maximumniveau (
overschrijden.
•
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
•
Gebruik minder wasmiddel als:
– u een kleine lading wast,
– het wasgoed licht vervuild is,
– er grote hoeveelheden schuim zijn tijdens
het wassen.
•
Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of -pods,
plaatst u ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
•
onbevredigende wasresultaten,
•
het wasgoed dat grijs wordt,
•
vettige kleding,
•
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
•
schuimen,
•
verminderd waseffect,
•
ontoereikend spoelen,
•
een grotere impact op het milieu.
MILIEUTIPS
Om water en energie te besparen en om het milieu
te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende
tips ter harte te nemen
•
Normaal vuile waskanzonder voorwas
worden gewassen om wasmiddel, water en tijd
te besparen (ook het milieu wordt zo
beschermd!)
•
Door het apparaat te laden tot de maximale
capaciteit die voor elk programma is
aangegeven, wordt het energie- en
waterverbruik verminderd.
•
Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken
en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan dan
op een lagere temperatuur worden gewassen.
•
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de waterhardheid
van uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
) te