LET OP
De maximaal toegelaten netimpedantie
aan het elektrische aansluitpunt (zie Tech-
nische gegevens) mag niet overschreden
worden. In geval van onduidelijkheden in
verband met de netimpedantie aan uw aan-
sluitpunt neemt u best contact op met uw
electriciteitsmaatschappij.
Stroomaansluiting
VOORZICHTIG
Bij iedere wisseling van stopcontact draai-
richting van de motor controleren.
Hint: Bij juiste draairichting is een sterke
luchtstroom uit de opening van de geluids-
demper van de afvoerlucht voelbaar. Bij
verkeerde draairichting wordt lucht aange-
zogen.
Draairichting van de motor controleren.
Bij verkeerde draairichting, de polen
van de apparaatstekker verwisselen.
Bediening
Na het zuigen van vochtige of vloeibare
substanties aanwijzingen in het hoofdstuk
"Wisselen van nat naar droog zuigen" in
acht nemen.
Draaischakelaar
Apparaat AAN
Apparaat UIT
Apparaat inschakelen
Steek de netstekker in de contactdoos.
Apparaat met de draaischakelaar in-
schakelen.
Zuigproces
Zuigproces uitvoeren.
Vulniveau in het vuilreservoir regelma-
tig controleren, omdat het apparaat tij-
dens het zuigen niet automatisch uit-
schakelt.
Zuigmateriaalreservoir indien nodig le-
gen (wordt in het hoofdstuk "Zuigmate-
riaalreservoir legen" beschreven).
Indien nodig filter reinigen of vervangen
(wordt beschreven in hoofdstuk "On-
derhoud").
Let op: Vulpeil in het vuilreservoir bij de
opname van grote hoeveelheden vloei-
stof constant controleren aangezien het
reservoir binnen enkele seconden vol
kan zijn en dus kan overlopen.
Na beëindiging van het nat zuigen: Fil-
ter drogen. Reservoir met een vochtige
doek reinigen en droogmaken.
Omschakeling van nat- naar
LET OP
Bij wisselen van nat- naar droogzuigen
letten op:
zuigen van droog stof met nat filterelement
verstopt de filter en kan deze onbruikbaar
maken.
Nat filter vóór gebruik goed drogen of
door een droog vervangen.
Indien nodig de filter vervangen zoals
beschreven in punt "Instandhouding en
onderhoud".
Stervouwfilter regelmatig reinigen.
Apparaat uitschakelen.
Als droog zuiggoed werd opgezogen,
hendel van de filterreiniging meerdere
keren, echter minstens 5 keer, heen en
weer bewegen.
Wanneer deze reiniging geen verbetering
inhoudt, kan men het filter eraf nemen en
wassen of vervangen (zie hoofdstuk "Filter
wisselen").
Apparaat uitschakelen
Apparaat met de draaischakelaar uit-
schakelen.
Netstekker uittrekken.
– 3
NL
Natzuigen
droogzuigen
Filter reinigen
31