Kalibratie opnieuw instellen
1. U hebt de SensoLite 310 nodig om het apparaat te kalibreren. Bevestig
de SensoLite ter hoogte van het referentiepunt A2 (zie voorafgaande
pagina). Voer de kalibratie uit met de Commander DAL 50.
Belangrijk: gebruik de toetsen van het kalibreervak.
2. Let bij het kalibreren op de uitlijning van de assen bij de DualAxis-Laser.
Kalibreer altijd alle assen.
3. Het apparaat naar de kalibratiemodus schakelen:
Schakel de DualAxis-Laser uit en schakel hem weer in met de ingedrukte
auto/man-toets (32), druk (AAN/UIT-toets (34) kort in). Houd daarbij
de auto/man-toets (32) ingedrukt totdat de melding "CAL" (36) op het display
verschijnt. Laat de auto/man-toets (32) daarna weer los. Met de toets X/Y (38) van
Commander Dal 50 kunnen de assen worden omgeschakeld. De laser begint te draai-
en, zodra de toets X/Y ingedrukt wordt.
4. Correctie van de kalibratie:
Stuur de laser met de plus-/mintoetsen (39) van de Commander DAL 50 van zijn
actuele positie naar de hoogte van het referentiepunt A2.
5. Kalibratie afsluiten:
Annuleren: wanneer het apparaat uitgeschakeld wordt voordat u op de toets Enter
hebt gedrukt, wordt de complete kalibratie gewist en wordt de voorafgaande toe-
stand hersteld.
Opslaan: sla de nieuwe kalibratie op door op de Enter-toets (40) van de Commander
DAL 50 in te drukken. Schakel de DualAxis-Laser uit nadat de configuratie werd
opgeslagen. De nieuwe instelling is actief na het hernieuwde inschakelen van het
apparaat.
TIP: sla iedere as afzonderlijk op.
Belangrijk:
i
Controleerd u regelmatig de calibratie voor
u de laser gebruikt, ook na transport en
wanneer de laser langere tijd is opgeborgen
geweest. Kontroleerd u daarbij alle 2 de
assen.
NEDERLANDS
DualAxis-Laser
X- / Y- assen
Y
X
43