5
AANSluITeN eN INSTelleN
NO
1
2
prio
A
8
8
B
8
8
T002653-C
18
Remeha
Ga als volgt te werk (voor details over aansluitin-
gen en instellingen; zie Hoofdstuk 4.7):
1. Sluit de benodigde sensoren aan.
2. Sluit de pomp(en) aan en stel deze in.
3. Sluit de klep(pen) aan en stel deze in.
4. Sluit de regelaar(s) aan.
5. Sluit de 230V-voeding aan.
6. Druk 1,5s op de knop 'Save config' om de
nieuwe configuratie te detecteren (LEDs gaan
knipperen) en vast te leggen.
7. Controleer op de groene status-led of de c-Mix
nog fouten detecteert.
Noteer de standen van de draaischakelaars O en P en
van de prioriteitsschakelaar Q in de afbeelding hier-
naast.
5.1
Test functie
De c-Mix kent 2 teststanden. Hierbij kan worden
gecontroleerd of de kleppen en de pompen naar
behoren functioneren.
Ga als volgt te werk:
1. Zet de draaischakelaar P1 op stand 1: hand
matig dicht en druk op Save config. De klep van
groep 1 wordt nu aangestuurd op contact B. De
pomp wordt niet aangestuurd.
Let op: sommige thermische kleppen hebben 5
minuten nodig om dicht te lopen.
2. Zet de draaischakelaar P1 op stand 0: hand
matig open en druk op Save config. De klep van
groep 1 wordt nu aangestuurd op contact A.
Tevens wordt de pomp aangestuurd.
Let op: sommige thermische kleppen hebben 5
minuten nodig om open te lopen.
3. Herhaal stappen 1 en 2 eventueel voor groep
2: draaischakelaar P2
4. Zet de draaischakelaars (terug) in de stand
passend bij de gekozen opstelling en druk op
Save config.
5.2
Configuratie wijzigen
In de volgende gevallen moet u de knop 'Save
config' bedienen om de configuratie van de c-Mix
opnieuw vast te leggen:
-
als u een ander type regelaar, sensor, klep, of
ketel op de c-Mix aansluit.
-
als u de stand van een van de draaischakelaars
o of P wijzigt.
5.3
Vorstbeveiliging
Wanneer een aanlegsensor onder de 7°C zakt
worden de groepen open gestuurd en op 20°C
geregeld. Wanneer een aanlegsensor boven de
10°C komt vervalt de vorstbeveiliging weer.
c-Mix