ONDERHOUDSPERSONEEL
DE FABRIKANT AANVAARDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE
WEGENS DE NIET-NALEVING VAN DE
ONDERSTAANDE PLICHTEN.
Het model van de apparatuur identificeren. Op
de verpakking en op het typeplaatje van de
apparatuur is het model aangegeven.
Installeer de apparatuur uitsluitend in voldoende
geventileerde ruimten.
Sluit
de
ventilatieopeningen
afvoeropeningen van de apparatuur niet af.
Maak de componenten van de apparatuur niet
onklaar.
De onderhoud en het ombouwen naar een ander
gastype van de apparatuur dienen te worden
verricht door gekwalificeerd en door de fabrikant
erkend personeel, conform de toepasselijke
veiligheidsnormen en de aanwijzingen van deze
handleiding.
20. AANPASSING OP EEN ANDER
GASTYPE
Zie het hoofdstuk " Installatieaanwijzingen ".
21. INBEDRIJFSTELLING
Zie het hoofdstuk " Installatieaanwijzingen ".
22. STORINGEN OPLOSSEN
KOOKPLAAT GAS
DE WAAKVLAMBRANDER GAAT NIET AAN.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
DE WAAKVLAMBRANDER BLIJFT NIET BRANDEN
OF GAAT UIT TIJDENS HET GEBRUIK.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- Het
thermokoppel
onvoldoende opgewarmd.
en
de
is
defect
of
wordt
- Het thermokoppel is verkeerd op de kraan of het
gasventiel aangesloten.
- De knop van de gaskraan of het gasventiel wordt
niet voldoende ingedrukt.
DE HOOFDBRANDER GAAT NIET AAN (OOK AL
BRANDT DE WAAKVLAM).
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De brander is defect (gas uitvoeropeningen
verstopt).
GRILLPLATEN GAS
DE WAAKVLAMBRANDER GAAT NIET AAN.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De ontstekingsbougie is verkeerd aangesloten of
is defect.
- De ontsteker of de bougiekabel is defect.
DE WAAKVLAMBRANDER BLIJFT NIET BRANDEN
OF GAAT UIT TIJDENS HET GEBRUIK.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- Het
thermokoppel
onvoldoende opgewarmd.
- Het thermokoppel is verkeerd op de kraan of het
gasventiel aangesloten.
- De knop van de gaskraan of het gasventiel wordt
niet voldoende ingedrukt.
DE HOOFDBRANDER GAAT NIET AAN (OOK AL
BRANDT DE WAAKVLAM).
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De brander is defect (gas uitvoeropeningen
verstopt).
GASOVEN
DE WAAKVLAMBRANDER GAAT NIET AAN.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
94
is
defect
of
wordt