NL Vloerfreesmachine BEF 320EX / BEF 320VX
3 Bedrijf
Gevaar voor letsel door stofontwikkeling tijdens
frezen!
De machine mag alleen met een stofafzuiging
met de passende filtering worden gebruikt!
Adembescherming gebruiken!
Gevaar voor letsel door hoge temperatuur aan de
motor, aandrijfelementen en de freesrotor! Deze
delen kunnen ook na gebruik nog heet zijn.
BEF 320VX:
Bovendien gevaar voor letsel door hete uitlaaton
derdelen [31, fig. E] en hete uitlaatgassen!
3.1 Machine in gebruik nemen
Veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 2 in acht
nemen!
De inbedrijfstelling van de machine mag slechts
door gekwalificeerd vakpersoneel worden uitge
voerd!
Voor inbedrijfstelling van de machine moet een
visuele controle van de machine worden uitge
voerd!
Hierbij moet in het bijzonder op slijtage en
beschadigde of losse delen worden gelet!
BEF 320VX:
Verstikkings‐ en vergiftigingsgevaar door giftige
uitlaatgassen!
Machines met verbrandingsmotor mogen niet in
gesloten ruimtes of lagergelegen bodem (kuilen)
zonder voldoende toevoer van frisse lucht
worden gebruikt!
Benzine‐ en oliepeil controleren!
(! gebruiksaanwijzing HONDA).
De machine wordt geleverd met olievulling
maar zonder benzine.
4.
BEF 320EX:
Netverbinding [25, fig. D] scheiden.
BEF 320VX:
brandstofkraan [30, fig. E] op
Aandrijfmotor en de freesrotor staan stil.
5.
Freesrotor en freeslamellen op werking en to
estand controleren en eventueel door nieuwe
vervangen (! hoofdstuk 4.3 ‐ pagina 46).
6.
7.
8.
9.
10. De veiligheidslijn [34, Fig. F] zodanig om de pols
3.2 Bodem frezen
1.
2.
3.
UIT
zetten.
4.
Eventueel er bovenuit stekende voorwerpen van
het te frezen oppervlak verwijderen.
Externe stofafzuiging op de aansluiting voor sto
fafzuiging [21, fig. G] aansluiten.
De stofafzuiging gebeurt door de klant.
De zuigslang kan met klittenband aan de dwars
stang [2] en aan de beschermbeugel [1] worden
bevestigd (fig. G).
Stofbeschermingborstels [12, fig. I/] op juiste
bevestiging en werking controleren en eventueel
corrigeren.
Eventueel veiligheidspen [33, fig. F] helemaal in
de veiligheidsschakelaar [32, fig. F] steken.
binden dat bij loslaten van de operator van de
geleidebeugel de veiligheidspen zeker van de
veiligheidsschakelaar wordt gescheiden.
De machine is gebruiksklaar.
De machine mag alleen bij een hellingsgraad
van de bodem van max. 10° worden gebruikt!
De operator moet de machine altijd kunnen con
troleren en besturen!
De geleidebeugel [5] mag tijdens bedrijf niet
worden losgelaten! Alle bedieningselementen
moeten steeds binnen reikwijdte zijn!
De machine is gebruiksklaar
(! hoofdstuk 3.1 ‐ pagina 43).
Rijhendel [4, fig. A] in de middelste stand (f)
zetten.
Hefhendel (snel heffen) [16, fig. C] tot de aans
lag [19, fig. C] naar achteren trekken.
De hefhendel vergrendelt.
De freesrotor werd geheven.
Transportpedaal [14, fig. B] tot vergrendeling
intrappen.
De 2 transportwielen [11, fig. A/B] worden om
laag gedrukt.
De machine kan met de grepen [9, fig. A/B] ge
heven en met de hand op de transportwielen
worden verreden en gestuurd.
In deze stand mag met de machine niet op
hellingen worden gereden!
Verrijd de machine tot de freesrotor zich boven
het te bewerken oppervlak bevindt.
43