Minimale leeftijd
Het apparaat mag slechts door personen gebruikt worden van
16 jaar of ouder.
Uitzondering hierop is het gebruik door jeugdige personen bij
een beroepsopleiding ter verkrijging van vaardigheid en
indien dit onder toezicht van een opleider plaats vindt.
Scholing
Voor het gebruik van het apparaat is passend onderricht
voldoende. Een speciale scholing is niet noodzakelijk.
Technische gegevens
Aansluiting:
Startspanning laden:
Max. vermogenopname
bij het starten:
Laadstroom effectief:
Laadstroom rekenk.:
Startstroom (0 V) ca.:
Startstroom (1,5 V) ca.:
Min. beveiliging:
Aanvullende zekering:
Nominale capaciteit:
Gewicht:
Transport en opslag
•
Bij een langdurige opslag moet het apparaat vooraf
grondig gereinigd worden.
•
Bescherm de zaag door een kunststofplaat, karton of
iets dergelijks tegen weersinvloeden.
Montage en de éérste ingebruikneming (afb. 1, 4, 5, 6, 7,
8)
Montage van wielen:
Schroef de as (afb. 1/4) en het wiel (afb. 1/1) aan elkaar (afb.
4). Plaats nu de meegeleverde splitpen (afb. 1/3) in de as
(afb. 1/4) - (afb. 5). Vervolgens de wieldoppen (afb. 1/2)
plaatsen (afb. 6). Schuif daarna de as (afb. 1/4) door de
acculader heen (afb. 7). Nu moet het andere wiel op precies
de zelfde wijze als het eerste wiel gemonteerd worden.
Bediening
Bij alle om- en instellingen van de acculader altijd de
netstekker uitnemen.
Voordat met laden aangevangen wordt dienen de
afsluitdeksels van de accukamers op de accu geopend te
worden zodat het tijdens het laden ontstane gas ontsnappen
kan. (Let op! Bijtend zuur!)
(Bij onderhoudsvrije loodzuuraccu's is dit niet
noodzakelijk!)
Laadfunctie (afb. 3)
•
Sluit het laadapparaat aan de te laden accu aan.
•
De zwarte poolkabel moet altijd als éérste aangesloten
worden aan de minpool, daarna de pluspool
aanklemmen.
•
Klem de accu van het voertuig, voor het laden,
geheel af.
•
Stel het laadapparaat altijd in op de laagste
laadspanning (min/1).
•
Steek nu de netstekker in het stopcontact en regel de
laadspanning naar `boven tot een laadstroom
aangegeven wordt die ca. 10% van de accucapaciteit is.
•
De laadspanningen kunnen bij verlaagde laadstroom
verhoogd worden.
•
Uiterlijk 3-5 uren, na de afgeronde lading, de accu
afklemmen.
380 V~50 Hz
12 V/24 V
13000 W
120 A
100 A (EN 60335)
1000 A
600 A (EN 60335)
25 A
250 A
20-2000 Ah.
68 kg
32
•
De laadstroomindicatie gaat, na de afgeronde
lading, niet helemaal naar nul terug.
Laadtijd van de accu
•
De laadtijd is altijd afhankelijk van de staat van de accu
(volledig geladen, tot de helft geladen of volledig
ontladen).
•
Voor het laden „als opfrissing" van een accu is 2 - 4 uur
nodig, Voor een volledige lading is 8 - 10 uur nodig.
•
Een maximale laadtijd van 10 uur niet
overschrijden.
Langzaam laden
1.
De keuzeschakelaar „Mode" in positie brengen.
2.
De keuzeschakelaar „Level" tot de gewenste
stroomwaarde draaien (is op het instrument zichtbaar)
Opmerking: De keuzeschakelaar „Level" dient voor het
reguleren van de laadstroom , afhankelijk van de te laden
accu. Normaal wordt een waarde gekozen die aan een tiende
van de capaciteit van de accu beantwoordt. Accu 100
ampère-uren, laadinstelling 10-15 ampère. Het wordt
aanbevolen na enige uren de instelling opnieuw in te stellen
omdat de accu tijdens de ladingsfase altijd geringer opneemt
zodat het noodzakelijk is de in het begin ingestelde
laadstroom weer te herstellen. De positie 6 geeft het
maximale stroomvermogen. Bij de start wordt aanbevolen de
stroom alleen dan op maximum te zetten, als het werkelijk
noodzakelijk is. Probeer de start met de keuzeschakelaar in
positie 4/5.
Snel laden met geprogrammeerde laadtijd
1.
De keuzeschakelaar „Mode" in positie brengen.
2.
De keuzeschakelaar „Level" tot de gewenste
stroomwaarde draaien.
3.
De laadtijd met behulp van de timer voorprogrammeren.
•
Sobald das Fahrzeug angesprungen ist, den
Startvorgang sofort unterbrechen, max. 9-10 Sek.
•
Nach jedem nicht geglücktem Startversuch bitte ca. 5
Minuten warten bis das Gerät abgekühlt ist.
Starthulp
LET OP! Tijdens het opstartproces kunnen
overspanningen ontstaan, de on-board elektronica kunnen
beschadigen hun voertuig. Bespreek met uw auto-specialist.
•
De accu, als onder het hoofdstuk "Laadproces"
aangegeven, aansluiten en aan het voertuig geklemd
laten!
•
Het laadapparaat moet principieel met 2 personen
gestart worden.
•
De éérste persoon bedient de startschakelaar van het
laadapparaat. (Fig. 3/9, 10) De tweede persoon start
onmiddellijk daarna het voertuig.
•
Zodra het voertuig is aangelopen, het startproces
onmiddellijk onderbreken, max. 9-10 sec.
•
Na een niet gelukte startpoging gelieve ca. 5 minuten te
wachten, tot het apparaat afgekoeld is.
Tip: als u de batterij gedurende 10-15 minuten tot
dagvaarding vereist veel minder batterijcapaciteit
opstarten.
Let op: Wordt de max. startduur van 10 sec.
overschreden, dan kunnen de zekeringen doorbranden,
resp. schaden aan voertuig ontstaan!
Let op: De klemmen mogen niet aanraken.
Let op: De acculader beschikt over een zekering
voor overbelasting.