RS 28
kW
1
2
Ø
3/4
3970076
165
2,5
0,1
11,1
185
3,1
0,1
13,4
210
4,0
0,1
16,5
235
4,7
0,2
19,9
260
5,5
0,2
23,6
285
6,3
0,3
27,5
310
7,0
0,3
31,6
325
7,5
0,3
34,2
RS 38
kW
1
2
Ø 1"
3970077
230
2,6
0,2
9,2
260
3,1
0,2
11,2
290
3,7
0,3
13,4
320
4,3
0,3
15,8
350
4,8
0,4
18,3
380
5,4
0,4
20,9
410
6,0
0,5
23,7
440
6,6
0,6
26,6
RS 50
kW
1
2
Ø 1"
3970077
290
2,2
0,3
13,4
330
2,9
0,4
16,6
370
3,6
0,5
20,0
410
4,3
0,6
23,7
450
5,0
0,7
27,6
490
5,6
0,9
31,7
530
6,3
1,0
36,1
580
7,2
1,2
41,8
D934
∆p (mbar)
3
Ø 1"
Ø 1"
Ø 1"
1/4
3970077
3970144
3970145
5,3
3,2
6,4
3,8
7,9
4,7
9,5
5,6
11,2
6,6
13,1
7,6
15,0
8,7
16,2
9,4
∆p (mbar)
3
Ø 1"
Ø 1"
Ø 1"
1/4
1/2
1/2
3970144
3970145
3970180
5,4
3,6
3,0
6,6
4,5
3,7
7,9
5,5
4,4
9,2
6,5
4,8
10,6
7,6
5,9
12,1
8,8
6,6
13,7
10,1
7,0
15,3
11,4
8,1
∆p (mbar)
3
Ø 1"
Ø 1"
Ø 1"
1/4
1/2
1/2
3970144
3970145
3970180
7,9
5,5
4,4
9,7
6,9
5,0
11,6
8,4
6,1
13,7
10,1
7,0
15,9
11,9
8,3
18,2
13,7
9,7
20,6
15,7
10,5
23,9
18,5
12,0
Ø 1"
1/2
1/2
3970180
2,1
1,8
2,5
2,0
3,1
2,5
3,8
3,2
4,5
3,7
5,3
4,4
6,2
4,7
6,7
4,9
Ø 2"
Ø 2"
3970146
3970181
3970160
3970182
1,4
1,8
1,7
2,2
2,1
2,7
2,5
3,3
3,0
3,5
3,5
4,0
4,0
4,4
4,5
5,0
Ø 2"
Ø 2"
3970146
3970181
3970160
3970182
2,1
2,7
2,7
3,4
3,3
3,9
4,0
4,4
4,7
5,1
5,5
5,9
6,3
6,6
7,4
7,8
(A)
(B)
5
GASDRUK
De tabellen hiernaast geven de minimale druk-
verliezen op de gastoevoerlijn in functie van het
vermogen van de brander in de 2° vlamgang
aan.
Kolom 1
Drukverlies verbrandingskop.
Gasdruk gemeten aan het meetpunt 1)(B), met:
• Verbrandingskamer op 0 mbar
• In de 2° vlamgang werkende brander
• Gasring 2)(B)p.7 afgesteld zoals in diagram
(C)p.7.
Kolom 2
Drukverlies gassmoorklep 2)(B) met maximale
opening: 90°.
Kolom 3
Drukverlies van gasstraat 3)(B) omvat: regelklep
VR, veiligheidsklep VS (beiden met maximale
opening), drukregelaar R, filter F.
De in de tabellen aangegeven waarden hebben
betrekking op:
3
aardgas PCI 10 kWh/Nm
(8,6 Mcal/Nm
Met:
3
aardgas PCI 8,6 kWh/Nm
(7,4 Mcal/Nm
vermenigvuldig de waarden uit de tabel met 1,3.
Om het vermogen (bij benadering) te kennen
waarmee de brander in de 2° vlamgang functio-
neert:
- Trek van de gasdruk aan het meetpunt 1)(B)
de druk in de verbrandingskamer af.
- Zoek in de bij de brander behorende tabel,
kolom 1, de drukwaarde die het dichtst bij het
resultaat van de aftrekking ligt.
- Lees aan de linkerkant het corresponderende
vermogen af.
Voorbeeld - RS 28:
• Werking in de 2° vlamgang
• Aardgas G20 Hj 10 kWh/Nm
• Gasring 2)(B)p.7 afgesteld zoals in diagram
(C)p.7.
• Gasdruk op het gasmeetpunt 1)(B) = 6 mbar
• Druk in de verbrandingskamer
Een druk van 4 mbar, kolom 1, correspondeert in
de tabel RS 28 met een vermogen in de 2° vlam-
gang van 210 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting.
Het werkelijke vermogen wordt daarna gemeten
op de gasmeter.
Om de gasdruk te kennen die nodig is aan het
meetpunt 1)(B), na het vaststellen van het ver-
mogen waarmee de brander in de 2° vlamgang
dient te functioneren:
- Zoek in de tabel die hoort bij de brander de
waarde voor het vermogen die het dichtst in
de buurt ligt bij de gewenste waarde.
- Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan
het meetpunt 1)(B) af.
- Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in
de verbrandingskamer op.
Voorbeeld - RS 28:
• Gewenst vermogen in de 2° vlamgang:
210 kW
• Aardgas G20 Hj 10 kWh/Nm
• Gasring 2)(B)p.7 afgesteld zoals in diagram
(C)p.7.
• Gasdruk bij een vermogen van 210 kW,
uit tabel RS 28, kolom 1
• Druk in de verbrandingskamer
benodigde druk aan het meetpunt 1)(B).
3
).
3
)
3
= 2 mbar
6 - 2
= 4 mbar
3
= 4 mbar
= 2 mbar
4 + 2 = 6 mbar