Accu opladen
Onderhoudsinterval: Vóór de stalling—Accu opladen
en accukabels loskoppelen.
1.
Verwijder de accu van het chassis; raadpleeg
Verwijderen van de accu (bladz.
2.
Laad de accu gedurende minstens een uur op
bij 6 tot 10 A.
Opmerking:
De accu niet te ver opladen.
3.
Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt
u de acculader uit het stopcontact en maakt
u vervolgens de oplaadkabels los van de
accuklemmen
(Figuur
Figuur 49
1. Pluspool (+) van de accu
2. Minpool (–) van de accu
Accu plaatsen
1.
Plaats de accu in de bak
2.
Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmid-
delen om de pluskabel (rood) op de pluspool (+)
van de accu aan te sluiten.
3.
Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmid-
delen om de minkabel op de minpool (–) van de
accu aan te sluiten.
4.
Schuif het rode stofkapje voor de accupool op
de pluspool (rood) van de accu.
5.
Zet de accu vast met de bevestigingsband
(Figuur
48).
6.
Zet de stoel omlaag.
37).
49).
g000538
3. Rode (+) oplaadkabel
4. Zwarte (–) oplaadkabel
(Figuur
48).
Onderhoud van de
zekeringen
De elektrische installatie is beveiligd door middel
van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud.
Als er een zekering is doorgebrand, moet u echter
het onderdeel of circuit controleren op defecten of
kortsluiting.
Zekeringtype:
•
Hoofdleiding – F1 (25 A, steekzekering)
•
Laadcircuit – F2 (15 A, steekzekering)
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de
rijhendels naar buiten in de
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Til de stoel omhoog om toegang te krijgen tot
de zekeringen.
4.
Om een zekering te vervangen, trekt u de
zekering eruit
1. Laadcircuit (15 A)
5.
Zet de stoel omlaag.
38
PARKEERSTAND
(Figuur
50).
Figuur 50
2. Hoofdstroom (25 A)
.
g293931