Storingen, Oorzaken En Oplossingen; Storingsindicatie En Reset; Geschiedenisgeheugen Voor De Storingen - Wilo Control SC-Booster Notice De Montage Et De Mise En Service

10 Storingen, oorzaken en oplossingen

Laat het verhelpen van storingen alleen door
gekwalificeerd personeel uitvoeren! Veilig -
heidsvoorschriften onder 'Veiligheid' in acht
nemen.
Fig. 11: Verloop van de foutreset

10.2 Geschiedenisgeheugen voor de storingen

Voor het schakeltoestel is een geschiedenisge -
heugen ingesteld dat volgens het FIFO-principe
(First IN First OUT) werkt. Het geheugen is bere -
kend op 16 storingen.
Het foutgeheugen kan via de menu's 6.1.0.1 –
6.1.1.6 worden opgeroepen.
Code
E040
E040.2
E043
E054
E060*
E061*
E062
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control SC-Booster (SC, SC-FC, SCe)
Storingsbeschrijving
Uitgangsdruksensor
gestoord
Voordruksensor gestoord
Externe gewenste waarde
gestoord
Verbindingspartner
ontbreekt
Maximumdruk overschreden
Minimumdruk onderschreden De uitgangsdruk van de installatie
Watergebrek

10.1 Storingsindicatie en reset

Bij optreden van een storing brandt de rode sto -
rings-LED, de verzamelstoringsmelding wordt
geactiveerd en de storing wordt op het LCD-
display aangegeven (foutcodenummer).
Een pomp met een storing wordt in het hoofd -
scherm gemarkeerd met een knipperend status -
symbool van de betreffende pomp.
Oorzaken
Druksensor defect
Geen elektrische verbinding met
sensor
Geen elektrische verbinding met
het externe station
Storing in de CAN-verbinding
tussen schakeltoestel en pompen
De uitgangsdruk van de installatie
is (bijv. door storing van de
regelaar) gestegen boven de in
menu 5.4.1.0 ingestelde waarde
is (bijv. door storing van de
regelaar) gedaald tot onder de in
menu 5.4.2.0 ingestelde waarde
Droogloopbeveiliging is
geactiveerd
Nederlands
Oplossing
Sensor vervangen
Elektrische verbinding
herstellen
Elektrische verbinding
herstellen
Kabelverbinding controleren
Activering van de
afsluitweerstanden
controleren
Werking van de regelaar
controleren
Installatie controleren
Controleren of instelwaarde
overeenkomt met de
omstandigheden ter plaatse
Leiding controleren en zo
nodig repareren
Toevoer/breektank
controleren; pompen
starten vanzelf weer
39