10-576
9.7. Beltoonvolume instellen
9.8. Beltoonselectie
9.9. Gespreksvolume instellen
9.10. Beeldparameters instellen
14
• Druk op de navigatietoets RECHTS (of LINKS). Het symbool beltoonvolume staat al geselecteerd.
• Druk op de navigatietoets omhoog of omlaag om het volume te wijzigen.
De volumestand van de beltoon (0 tot 3) is op de display te zien. De ingestelde beltoon wordt met het
geselecteerde volume weergegeven en opgeslagen.
• Druk op de navigatietoets omhoog of omlaag, om naar het symbool voor de beltoonselectie (bv. voor
deur 2) te navigeren.
• Druk op de navigatietoets omhoog of omlaag om de beltoon te selecteren.
Het nummer van de beltoon (bv. 11) verschijnt op de display. De geselecteerde beltoon wordt
weergegeven en opgeslagen.
... bij bestaande spraakverbinding met de deur:
• Druk tijdens een spraakverbinding op de menutoets.
Het menu voor instelling van de beeldparameters
en het symbool voor instelling van het gespreksvolume zijn nu te zien.
• Druk op de navigatietoets omhoog of omlaag om de waarde te wijzigen.
De ingestelde waarde wordt onmiddellijk opgeslagen.
Symbolen in het livebeeld
Bij het inschakelen van het beeld (door op de beeldknop te duwen, wanneer een deuroproep
binnenloopt) worden de symbolen in het livebeeld gedurende 10 sec. selecteerbaar. Na het indrukken
van de spreekknop worden de symbolen in het livebeeld gedurende 3 sec. selecteerbaar.
• Druk op de beeldknop of de spreekknop om het livebeeld in te schakelen.
De symbolen voor beltoon uitschakelen, bel-en-kom binnen, oproepomleiding,
beeldgeheugenmodus verschijnen enkel wanneer de functie is geactiveerd
NL