5.1 Inschakelen
Plaats de stekker in de wandcontactdoos en schakel het apparaat als volgt in:
•
Druk op de groene schakelaar op 1, lampje zal nu gaan branden. De display zal de zelf test doen totdat
de binnenruimte temperatuur gemeten is.
•
Nadat het apparaat opstart (compressor schakelt in), zal het lampje (B) gaan branden, deze gaat uit als
de compressor stopt.
•
De temperatuur wordt automatisch geregeld door de elektronische thermostaat.
•
Tijdens ontdooien gaat lampje A branden.
•
Tijdens normaal gebruik geeft de display de ruimte temperatuur aan. De ledjes geven weer de werking
van de compressor, ontdooiing cyclus of alarm melding aan.
•
C gedurende 3 seconden indrukken om een handmatige ontdooicyclus te starten.
5.2 Set temperatuur
Wijzigen van ingestelde temperatuur:
•
Druk SET toets kortstondig in.
•
Binnen 15 seconden kunt u met ^ en v de ingestelde waarde veranderen.
•
Druk vervolgens binnen 10 seconden weer op SET om de waarde op te slaan in het geheugen.
•
De nieuw ingestelde waarde knippert gedurende 2 seconden, dit betekent dat de waarde is opgeslagen
•
Normaal is de ingestelde waarde 4 graden.
5.3 Ontdooien (handmatig)
Het apparaat ontdooit automatisch, regelaar schakelt automatisch de ontdooiing in en uit. Het is ook mogelijk
om handmatig te ontdooien. Indien nodig (ijsvorming op de verdamper) is het mogelijk om een extra ontdooi
cyclus te starten (buiten het programma om), door knop C 3 seconden ingedrukt te houden, hierna zal het
ontdooi programma automatisch starten. Na een ontdooi cyclus de deur niet onnodig openen zodat de
temperatuur in de koelruimte sneller bereikt wordt.
5.4 Reinigen van de bewaarruimte
De bewaarruimte, buitenkant en alle accessoires van het apparaat moeten schoongemaakt worden met warm
water en een neutrale zeepsoort, alle delen vervolgens afnemen met schoon water en vervolgens droog maken.
Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen of schuurmiddelen.
Om een perfecte hygiëne en conservatie te bereiken wordt dagelijkse reiniging aanbevolen, welke inhoudt:
•
Reinig de oppervlakten elke dag met een licht vochtige doek.
•
Gebruik altijd water met een neutraal schoonmaakmiddel, vermijdt reinigingsmiddelen op chloor basis
en/ of die schuurmiddelen bevatten.
•
Naspoelen met schoon water en alles zorgvuldig droogmaken.
•
Gebruik geen water onder druk in de richting van de compressor.
•
Vermijdt gebruik van gereedschap wat krassen op de apparatuur kan brengen.
•
Zorg ervoor dat er geen restjes achterblijven die de afvoer van de condenswater bak verstoppen.
www.combisteel.com
14