2.
Uitrusting‑ en
veiligheidsvoorzieningen
De uitrusting, opstelling en installatie van
hydraulische accumulatoren worden in
verschillende landen afwijkend geregeld.
In de Bondsrepubliek Duitsland wordt dit
door het „Betriebssicherheitsverordnung,
BetrSichV", resp. EN14359 geregeld. Deze
eisen de volgende minimale voorzieningen:
– Een afsluitvoorziening,
– Voorziening tegen overschrijding van de druk
(deze moeten gecertificeerd zijn, of door een
bouwplan of een aparte goedkeuring),
– Een ontlastvoorziening tussen hydraulische
accumulator en afsluitvoorziening,
– Een drukmeetapparaat met een markering
van de toelaatbare maximale bedrijfsdruk,
– Aansluitmogelijkheid van een
testmanometer.
Daarnaast kan worden aangebracht:
– Een veiligheidsvoorziening tegen
temperatuuroverschrijding,
– Een elektromagnetisch bediend
ontlastventiel.
Meer veiligheidsvoorschriften en bijbehorende
veiligheidsvoorzieningen (accessoires) vindt u
in de brochuredelen
„Veiligheidsinrichtingen voor accumulatoren"
Nr. 3.552,
„Vul- en testinrichting FPU"
Nr. 3.501,
„Veiligheids- en afsluitblok SAF/DSV"
Nr. 3.551.
OPMERKING
Voor de montage van permanent
aangebrachte adaptoren aan de gaszijde
van een membraanaccumulator moet de
inbusschroef (1) worden verwijderd.
3.
Transport en opslag
Transport
Het transport van met stikstof gevulde
accumulatoren moet met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid en overeenkomstig alle
geldende transport veiligheidsvoorschriften
worden uitgevoerd (b.v. op openbare wegen,
voorschriften voor gevaarlijke goederen, etc.)
GEVAAR
Tijdens het transport beschadigde
membraanaccumulator niet in bedrijf stellen.
Opslag
De hydraulische accumulator moet worden
opgeslagen op een droge, koele en tegen
direct zonlicht beschermde plaats.
De stand van de accumulator is niet van
belang.
Om indringen van vuil in de accumulator te
voorkomen, dient ervoor te worden gezorgd dat
de hydraulische aansluitingen gesloten zijn.
NL
67