Veiligheidsinstructies
• Het personeel dat in staat voor de opstelling, de inge-
bruikneming, het onderhoud en de herstelling moet over
de geschikte kwalificatie voor deze werkzaam-heden
beschikken. Het moet met name
- opgeleid zijn en ervaring hebben in de omgang met
drukluchtinstallaties en onderricht zijn met betrekking
tot de hiermee verbonden risico's,
- de inhoud van de handleiding kennen,
- over een daartoe bekwaam makende opleiding of
bevoegdheid beschikken.
• Voor alle werkzaamheden moet de behuizing drukloos
worden gemaakt.
• Bij CLEARPOINT-filters met BEKOMAT moeten alle
instructies uit de afzonderlijke handleidingen worden op-
gevolgd.
• Voor een veilige functie moet het product worden ingezet
binnen de gebruiksgrenzen (bedrijfsoverdruk, bedrijfstem-
peratuur, volumestroom, materiaalbestendigheid).
• Bij de uitvoering met BEKOMAT moet erop worden gelet
dat het apparaat is voorzien voor de vermelde druklucht-/
gasvolumestroom. Als het condensaat gulpend toestroomt
kan de functie nadelig worden beïnvloed.
• Voor een zekere en kostenoptimale werking moet de
drukluchttoevoer in het geval van een lek onmiddellijk
worden uitgeschakeld en moet eerst de oorzaak worden
verholpen.
• CLEARPOINT-filters moeten wekelijks worden gecon-
troleerd met inbegrip van de accessoires. Dit geldt in het
bijzonder voor de werking van de afvoer.
CLEARPOINT L080 - L304
nederlands
Toepassingsgebied
CLEARPOINT-filters zijn ontworpen voor de afscheiding van
partikels vaste stof, aërosolen, oliedampen en geuren uit niet-
agressieve druklucht en technische gassen. Al naargelang
het gebruiksdoel beschikken de houders over verschillende
inzetstukken:
CX Groffilterelement voor de afscheiding van veront-reinigin-
gen tot 25 µm
FX Fijnfilterelement voor de afscheiding van vloeistoffen tot
0,05 mg/m
3
SX Ultrafijnfilterelement voor de afscheiding van vloei- stof-
fen tot 0,005 mg/m
A
adsorptiekoolfilterelement voor de afscheiding van olie-
dampen tot 0,003 mg/m
R(x) Stoffilter voor de afscheiding van Partikels,
fijnheden mogelijk van C - S
Max. bedrijfsoverdruk:
Max. bedrijfstemperatuur:
Aanbevolen bedrijfstemperatuur:
en partikels vaste stof tot 1 µm
en partikels vaste stof tot 0,01 µm
3
en geuren
3
L080 - L200: 16 bar
≥ L204: 10 bar
+2 °C ... +60 °C
C, F, S:
+2 °C ... +40 °C
A:
+2 °C ... +30 °C
R(x):
+2 °C ... +60 °C
15