Wilo DrainLift XL Notice De Montage Et De Mise En Service page 78

Nederlands
74
8.2.3 Instelling van de nalooptijd van de pompen
De nalooptijd van de pompen moet in de schakelkast in het menu "Nalooptijd" worden
ingesteld.
• Als na de uitschakeling van de pomp bij een zuivere waterverpomping zonder slurpen
(hoorbaar pompen van een water-/luchtmengsel) geen of slechts een geringe klepslag
ontstaat (geluid bij het sluiten van de klep), dan moet de pomplooptijd zo worden inge-
steld, dat de pomp kort voor het slurpen wordt uitgeschakeld.
• Als de klep na het uitschakelen van de pomp met een harde slag, gepaard met trillingen in
de installatie en de leidingen, sluit, moet dit worden voorkomen door de nalooptijd van de
pompen in te stellen. Hiervoor moet de nalooptijd in het menu "Nalooptijd" voor de pom-
plooptijd zover worden ingesteld, dat er aan het einde van de pompcyclus een slurpen van
het water-/luchtmengsel te horen is. De slurptijd mag niet langer duren dan 3 s.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Drukstoten (door het sluiten van de terugslagkleppen) kunnen installatie en perslei-
ding beschadigen. Deze moeten door de klant door geschikte maatregelen worden ver-
meden (bijv. extra klep met tegengewicht, nalooptijd van de pompen).
8.3 Uitbedrijfname
Voor onderhoudswerkzaamheden of demontage moet de installatie uit bedrijf worden
genomen.
WAARSCHUWING! Gevaar voor verbranding!
Afhankelijk van de bedrijfstoestand van de installatie kan de gehele pomp zeer heet
worden. Er bestaat gevaar voor verbranding wanneer de pomp wordt aangeraakt.
Installatie en pomp laten afkoelen tot kamertemperatuur.
Demontage en montage
• Demontage en montage enkel door vakpersoneel!
• De installatie spanningsvrij schakelen en tegen onbevoegde herinschakeling beveiligen.
• Vóór aanvang van de werkzaamheden onder druk staande onderdelen drukloos maken.
• Afsluiter sluiten (toevoer- en persleiding).
• Verzamelreservoir leegmaken (bijvoorbeeld met handmembraanpomp).
• Voor de reiniging het revisiedeksel eraf schroeven en verwijderen.
GEVAAR! Gevaar voor infectie!
Als de installatie of onderdelen daarvan voor reparatie moeten worden verstuurd, moet
een gebruikte installatie om hygiëneredenen vóór het transport eerst worden leegge-
maakt en gereinigd. Bovendien moeten alle onderdelen, die kunnen worden aange-
raakt, worden ontsmet (sproeiontsmetting). De onderdelen moeten in scheurvaste,
voldoende grote kunststof zakken goed afgesloten en lekkageveilig worden ingepakt.
Ze moeten met een geïnstrueerd transportbedrijf meteen worden opgestuurd.
Na langere stilstandtijden wordt aanbevolen de installatie op verontreinigingen te contro-
leren en indien nodig te reinigen.
WILO SE 03/2011