Nederlands
Fig. 12: Stand van de beluchtingsschroef bij werkende
installatie
72
8 Inbedrijfname
Wij adviseren de inbedrijfname te laten uitvoeren door de Wilo-servicedienst.
8.1 Controleren van de installatie
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Verontreinigingen en vaste stoffen, evenals ondeskundige inbedrijfname kunnen tij-
dens de werking leiden tot beschadiging van de installatie of afzonderlijke onderdelen.
• Voor de inbedrijfname eerst de totale installatie reinigen, in het bijzonder vaste stoffen
verwijderen.
• Inbouw- en bedieningsvoorschriften van de schakelkast en de toebehoren in acht
nemen!
De installatie mag enkel in bedrijf worden genomen, wanneer voldaan is aan de geldende
veiligheidsvoorschriften, VDE-voorschriften en de regionale voorschriften.
• Controleren of alle vereiste onderdelen en aansluitingen (toevoerleidingen, persleiding
met afsluitarmatuur, ontluchting via het dak, bodembevestiging, elektrische aansluiting)
aanwezig zijn en correct zijn gemonteerd.
• Controleren of de beluchtingsschroef van de terugslagklep in de juiste stand staat en de
afdichtingsmoer goed afdicht.
8.2 Eerste inbedrijfname
• Netstekker aansluiten.
• Instellingen volgens hoofdstuk 8.2.1, 8.2.2 en 8.2.3 controleren resp. doorvoeren.
• Afsluitarmaturen openen.
• Installatie via de aangesloten toevoerleiding vullen, totdat iedere pomp ten minste één
keer heeft afgepompt en de persleiding volledig gevuld is.
Als de persleiding gevuld en de toevoerleiding gesloten is, mag het vulpeil in het reservoir
niet verder stijgen. Wanneer het vulpeil verder stijgt, is de klep van de terugslagklep niet
goed afgesloten (de klep en de stand van de beluchtingsschroef moeten worden gecon-
troleerd).
Voor een testloop kan voordat het inschakelniveau in het reservoir wordt bereikt ook de
knop "Handbedrijf" op de schakelkast worden ingedrukt.
• Installatie en leidingsverbindingen controleren op dichtheid en correcte werking (in- en
uitschakelen van de pomp).
• Installatie met een zo groot mogelijke toevoer vullen en de installatie op een correcte wer-
king controleren. Hierbij in het bijzonder letten op
• De juiste positie van de schakelpunten.
• Voldoende debiet van de pompen bij maximale toestroom tijdens het pompbedrijf
(niveau moet dalen).
• Trillingsvrije werking van de pompen zonder lucht in het medium.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Lucht in het medium leidt - afhankelijk van de desbetreffende bedrijfsomstandigheden
van de pompen - tot sterke trillingen die de pompen, net als de hele installatie, onher-
stelbaar kunnen beschadigen. Het minimale waterpeil in het reservoir voor het "niveau
Schakelpunt pomp AAN" (zie technische gegevens) moet gegarandeerd zijn.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Wanneer de beluchtingsschroef met afdich-
tingsmoer zich niet in de juiste stand bevindt,
kunnen de klep en de installatie beschadigd
raken en kan er een sterke geluidsontwikkeling
optreden (fig. 12).
WILO SE 03/2011