4
Bediening
Weergave
Betekenis
Weergaven van installatie-invloeden
Kamerthermostaat blokkeert CV-bedrijf
S.30
(regelaar op klemmen 3-4-5)
Zomerbedrijf actief of eBUS-regelaar of inbouwti-
S.31
mer blokkeert CV-bedrijf
S.32
Vorstbeveiliging warmtewisselaar actief
S.34
Vorstbeveiliging actief
Continuregelaar/kamerthermostaat blokkeert
S.36
CV-bedrijf (instelwaarde < 20 °C)
S.41
Installatiedruk te hoog
Tabel 4.1 Statuscodes en hun betekenis
4.8
Verhelpen van storingen
Als tijdens de werking van uw compacte gasketel proble-
men optreden, kunt u de volgende punten zelf contro-
leren.
Geen warm water, verwarming blijft koud; toestel
gaat niet in bedrijf:
–
Zijn de gasafsluitklep aan de kant van het gebouw in
de aanvoerleiding en de gasafsluitklep bij het toestel
geopend (zie deel 4.2)?
–
Is de koudwatervoorziening gewaarborgd
zie deel 4.2)?
–
Is de voedingsspanning bij het gebouw ingeschakeld?
–
Is de hoofdschakelaar op de compacte gasketel inge-
schakeld (zie deel 4.3)?
–
Is de draaiknop op de compacte gasketel niet hele-
maal naar links gedraaid, dus op vorstbeveiliging
gezet (zie deel 4.4 en 4.5)?
–
Is de vuldruk van de CV-installatie voldoende (zie deel
4.8.1)?
–
Zit er lucht in de CV-installatie (zie deel 4.8.4)?
–
Is er sprake van een storing bij het ontbrandingspro-
ces (zie deel 4.8.2)?
Warmwaterbedrijf storingsvrij; CV gaat niet in bedrijf:
–
Is er eigenlijk sprake van een warmtevraag door de
externe regelaar (bijv. door regelaar type VRC)
(zie deel 4.7)?
b
Wees voorzichtig!
Gevaar voor beschadiging door ondeskun-
dige veranderingen!
Wanneer uw compacte HR-ketel na de con-
trole van de bovengenoemde punten niet
optimaal werkt, houdt dan het volgende aan:
>
Probeer nooit zelf reparaties bij uw com-
pacte gasketel uit te voeren.
>
Schakel een erkende installateur in voor
advies.
14
4.8.1
Storingen wegens watergebrek
Het toestel schakelt op „Storing", als de waterdruk in
de CV-installatie te laag is. Deze storing wordt door de
storingscodes „F.22" (droogkoken) of „F.23" of „F.24"
(watergebrek/installatiedruk < 0,5 bar) weergegeven.
Het toestel kan pas weer in bedrijf worden genomen, als
de CV-installatie voldoende met water is gevuld
(zie deel 4.8.4).
4.8.2 Storingen bij het ontbrandingsproces
1
2
Afb. 4.12 Reset
Als na vijf ontstekingspogingen geen ontsteking van de
brander volgt, schakelt het toestel niet in en schakelt
naar „Storing". Dit wordt aangegeven door de weergave
van de storingscodes „F.28" of „F.29" op het display
(1).
Bovendien verschijnt in het display (1) een vlamsymbool
met een kruis erdoor.
Een hernieuwde automatische ontsteking vindt pas
plaats na een handmatige „reset" door op de toets (2)
te drukken.
>
Druk voor „reset" op de resetknop (2) en houd deze
ca. een seconde ingedrukt.
b
Wees voorzichtig!
Gevaar voor beschadiging door ondeskun-
dige veranderingen!
Wanneer uw compacte gastoestel na de
derde ontstoringspoging nog steeds niet in
bedrijf gaat, houd dan het volgende aan:
>
Probeer nooit zelf reparaties bij uw com-
pacte gasketel uit te voeren.
>
Schakel een erkende installateur in voor
advies.
Gebruiksaanwijzing ecoCOMPACT 0020040939_02
bar