4 Bediening
Attentie!
a
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
veranderingen!
Als uw gaswandketel na de derde resetpoging
nog altijd niet in bedrijf gaat, moet u een erkend
installateur voor de controle om advies vragen.
4.9.3 Storingen in het verbrandingslucht-/rookgas-
traject
De toestellen zijn uitgerust met een ventilator. Als de
ventilator niet goed werkt schakelt het toestel de venti-
lator uit.
Op de display verschijnen dan de symbolen
alsmede de foutmelding "F.32".
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
veranderingen!
Bij deze foutmelding moet u een erkend instal-
lateur voor de controle om advies vragen.
4.9.4 Toestel/CV-installatie vullen
Voor een goede werking van de CV-installatie moet de
waterdruk bij een koude installatie tussen 1,0 en 2,0 bar
liggen (zie hoofdstuk 4.3.2). Als deze lager is dan
0,75 bar, moet u water bijvullen.
Als de CV-installatie zich over meerdere etages uit-
strekt, kan een hogere waterdruk van de installatie
nodig zijn. Vraag hiervoor uw installateur.
a
Attentie!
Beschadigingsgevaar voor de gaswandketel!
Gebruik voor het vullen van de CV-installatie
uitsluitend schoon leidingwater.
Toevoeging van chemische middelen als bijv.
antivries- en roestmiddelen (inhibitoren) is niet
toegestaan.
Daardoor kunnen beschadigingen aan afdichtin-
gen en membranen, alsmede geluiden tijdens de
CV-functie ontstaan.
Hiervoor en voor eventuele vervolgschade kan
Vaillant niet aansprakelijk worden gesteld.
Voor het vullen en bijvullen van de CV-installatie kunt u
normaal leidingwater gebruiken. In uitzonderingsgeval-
len bestaan er waterkwaliteiten, die onder omstandighe-
den niet geschikt zijn voor het vullen van de CV-installa-
tie (water met veel ijzer of kalk). Neem in een dergelijk
geval contact op met een erkend installateur.
18
Bij VCW-toestellen:
• Open alle (thermostatische) radiatorkranen van de in-
stallatie.
en
Afb. 4.21 Vul-/aftapkraan (alleen bij VCW-toestellen)
• Draai de vul-/aftapkraan (1) langzaam open en vul zo-
lang water bij tot bij de manometer resp. op het dis-
play de vereiste systeemdruk is bereikt.
• Sluit de vul-/aftapkraan (1).
• Ontlucht alle radiatoren.
• Controleer vervolgens op de manometer of het dis-
play de systeemdruk en vul zo nodig nog een keer
water bij.
Bij VC-toestellen:
• Open alle (thermostatische) radiatorkranen van de in-
stallatie.
• Verbind de vul-/aftapkraan van de installatie met be-
hulp van een slang met een koudwaterkraan (uw in-
stallateur moet de vulkranen aan u hebben getoond
en het bijvullen of leegmaken van de installatie heb-
ben uitgelegd).
• Draai de vul-/aftapkraan langzaam open.
• Draai de waterkraan langzaam open en vul zolang
water bij tot bij de manometer resp. op het display de
vereiste systeemdruk is bereikt.
• Sluit de waterkraan.
• Ontlucht alle radiatoren.
• Controleer vervolgens op de manometer of het dis-
play de systeemdruk en vul zo nodig nog een keer
water bij.
• Sluit de vul-/aftapkraan en verwijder de vulslang.
Gebruiksaanwijzing ecoTEC 0020010963_03
1