4.4.5. Aansluiten leidingen van de behuizing van de sonde en injectiepunt naar de zuurdoseerpomp
Volgens hoofdstuk 4.3 moet de zuur (aanvoer) slang aangesloten zijn op de aanvoeraansluiting op de
pomp (weergegeven op het deksel met s) en met de juiste moer bevestigd.
BELANGRIJK: Davey raadt aan te controleren of alle aanvoerslangen en
sondekabels daar waar mogelijk aan de leidingen zijn bevestigd. Gebruik
"kabelstrips" of "plankband/elektriciteitstape". Dit zijn goede praktijken en het
lijkt niet alleen professioneler, maar het beperkt ook eventuele schade aan de
aanvoerslangen en sondekabels die verstrengeld kunnen raken of door gebruikers
weggetrokken kunnen worden bij het gebruik van de uitrusting, etc.
• Schroef het zuurinjectiepunt in de behuizing van de sonde injectiepunt (zie figuur 4.10). U hebt hier
alleen schroefdraadtape voor. GEBRUIK GEEN AFDICHTINGSMIDDELEN.
• Bevestig het andere eind van de aanvoerslang van het zuurinjectiepunt (aanvoer) en draai de moet
vast op het zuurinjectiepunt (zei figuur 4.11).
Figuur 4.9
Figuur 4.10
Figuur 4.11
291
▲ INHOUD