• laat de motor eerst afkoelen vóór
de machine in elke willekeurige
ruimte op te bergen.
• draag geschikte kledij, werkhandschoenen
en een beschermende bril;
• lees de desbetreffende instructies.
– De frequenties en de soorten ingrepen
zijn samengevat in de "Tabel Onderhoud"
(zie hfdstk. 13). Het doel van de tabel is
om uw machine een optimale conditie
te laten behouden. Hierin staan de
voornaamste ingrepen en de tijden waarop
ze uitgevoerd moeten worden. Voer de
desbetreffende handeling uit in functie
van de eerstkomende vervaldatum.
– Het gebruik van niet originele wisselstukken
en toebehoren kan negatieve gevolgen
hebben op de werking en de veiligheid
van de machine. De fabrikant wijst alle
aansprakelijkheid af in geval van schade
of letsels veroorzaakt door die producten.
– De originele wisselstukken worden
geleverd door de geautoriseerde
dienstcentra en wederverkopers.
BELANGRIJK Alle werkzaamheden
voor onderhoud en afstelling die niet in
deze handleiding beschreven zijn, moeten
uitgevoerd worden door uw Wederverkoper
of door een gespecialiseerd Centrum.
7.2 ACCU
7.2.1 Autonomie van de accu
De autonomie van de accu (en dus de
oppervlakte van de vegetatie die bewerkt
kan worden alvorens de accu weer op
te laden) hangt hoofdzakelijk af van:
a. omgevingsfactoren, die leiden tot
een grotere energiebehoefte:
– snijden/bijwerken van zeer
dikke of vochtige heggen;
– snijden/bijwerken van struiken
met te grote takken;
b. gedrag van de bediener, die moet vermijden:
– de machine vaak aan- en uit te
schakelen tijdens het werken;
– een niet geschikte snijtechniek te
gebruiken voor het werk dat moet
uitgevoerd worden (par. 6.4.1);
– een niet geschikte snijsnelheid
voor de condities van de heg
die gemaaid moet worden.
Om de autonomie van de accu te
optimaliseren, raadt men aan:
• de heg te snijden wanneer ze droog is;
• een geschikte snijsnelheid in te stellen
voor de condities van de struik;
• de juiste techniek te gebruiken voor het
werk dat moet uitgevoerd worden.
Indien men de machine met langere
werkbeurten wenst te gebruiken dan wat
mogelijk is met de standaard-accu, kan men:
• een tweede standaard-accu kopen om de
platte accu onmiddellijk te vervangen, zonder
de continuïteit in het gedrang te brengen;
• een accu kopen met grotere autonomie
dan de standaard-accu (par. 15.1).
7.2.2 Verwijdering en opladen van de accu
1. Druk op het vergrendellipje op de accu (Afb.
8.A) en haal het uit zijn zitting (Afb. 8.B);
2. plaats de accu (Afb. 9.A) in zijn
huizing in de acculader (Afb. 9.B);
3. verbind de acculader (Afb. 9.B)
aan een stopcontact, met een
spanning die overeenstemt met wat
aangegeven is op het plaatje.
4. Laad de accu volledig op en volg hierbij
de aanwijzingen die in het instructieboekje
van de accu /acculader aangegeven zijn.
OPMERKING De accu is voorzien van
een bescherming die de herlading ervan
verhindert indien de omgevingstemperatuur
niet tussen 0 en +45°C is.
OPMERKING De accu kan op eender
welk moment, ook gedeeltelijk, opgeladen
worden, zonder risico op beschadiging.
7.2.3 Hermontage van de accu
op de machine.
Na volledig opladen:
1. Verwijder de accu (Fig. 10.A) uit zijn
huizing in de acculader (vermijd de
accu te lang in de oplader te laten,
na vervollediging van de lading);
2. ontkoppel de acculader (Afb. 10.B)
van het elektrisch netwerk;
3. plaats de accu (Afb. 11.A) in zijn huizing
en duw hem aan tot u een "klik" hoort die
aangeeft dat de accu op zijn positie vast
zit en het elektrisch contact verzekerd is;
NL - 9