NL
•
Geef nooit toestemming aan kinderen of
andere personen, die de gebruiksaanwij-
zing niet kennen, het apparaat te gebrui-
ken. Lokale bepalingen kunnen de mini-
mumleeftijd van de gebruiker vastleggen.
•
Maai nooit terwijl er personen, in het bij-
zonder kinderen, of dieren in de nabijheid
zijn.
•
Denk eraan dat de gebruiker voor onge-
vallen met andere personen of aan hun
eigendom verantwoordelijk is.
•
Kinderen dienen onder toezicht te staan
om te vrijwaren dat ze niet met het appa-
raat spelen.
•
Dit apparaat is er niet voor bestemd, door
personen (kinderen inbegrepen) met be-
perkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke
capaciteiten of bij ontstentenis van erva-
ring en/of bij gebrek aan kennis gebruikt
te worden, tenzij ze onder het toezicht
van een voor hun veiligheid instaande
persoon staan of van deze persoon aan-
wijzingen krijgen, hoe het apparaat te
gebruiken is.
•
Neem de bescherming tegen lawaaihin-
der en lokale voorschriften in acht. Het
gebruik van het apparaat kan op bepaalde
dagen (bijvoorbeeld zon- en feestdagen),
op bepaalde tijdstippen van de dag (mid-
dagpauzes, nachtrust) of in bijzondere
gebieden (bijvoorbeeld kuuroorden, klinie-
ken etc.) beperkt of verboden zijn.
Voorbereidende maatregelen:
•
Tijdens het maaien dient er altijd vast
schoeisel c.q. dienen er lange broeken
gedragen te worden. Maai niet bloots-
voets of in lichte sandalen.
•
Controleer het terrein, waarop het ap-
paraat gebruikt wordt, en verwijder alle
voorwerpen (bijvoorbeeld stenen, stok-
ken, draden), die vastgegrepen en weg-
geslingerd kunnen worden.
•
Vóór het gebruik moet er altijd door een
40
visuele controle nagegaan worden, of de
snoeiwerktuigen, bevestigingsbouten en
de complete snoei-eenheid versleten of
beschadigd zijn. Ter preventie van een
onbalans mogen versleten of beschadig-
de werktuigen en bouten slechts per set
uitgewisseld worden.
•
Wees voorzichtig bij apparaten met meer-
dere snoeiwerktuigen, omdat de bewe-
ging van een mes tot een rotatie van de
overige messen kan leiden.
•
Gebruik enkel reserveonderdelen en toe-
behoren, die door de fabrikant geleverd
en aanbevolen worden. Het gebruik van
vreemde onderdelen leidt tot het onmid-
dellijke verlies van de garantieclaim.
Hantering:
•
Maai uitsluitend bij daglicht of bij een
goede kunstmatige verlichting.
•
Werk niet met het apparaat als u moe of
ongeconcentreerd bent of na het innemen
van alcohol of tabletten. Las altijd tijdig
een werkpauze in. Ga met verstand aan
het werk.
•
Let altijd op een veilige stand op hellin-
gen. Werk altijd dwars op de helling, nooit
op- of neerwaarts.
•
Bedien het apparaat slechts stapvoets.
•
Wees uiterst voorzichtig wanneer u de
rijdrichting op de helling verandert.
•
Maai niet op overdreven steile hellingen.
•
Wees uiterst voorzichtig wanneer u het
apparaat omkeert of het naar u toe trekt.
•
Schakel het apparaat uit wanneer het
gekanteld moet worden, wanneer het over
andere oppervlakten dan gras getranspor-
teerd wordt en wanneer het apparaat weg
van en naar de te maaien oppervlakte
gebracht wordt.
•
Gebruik het apparaat nooit met bescha-
digde beschermingsinrichtingen of zonder
aangebouwde beschermingsinrichtingen,
bijvoorbeeld stootbescherming en/of gras-