Gebruiksaanwijzing; Overzicht; De Kabelhouder Plaatsen; Voorbereiding - APA 16629 Manuel De L'opérateur

Aanbevolen capaciteit van de accu's
Gebruiksaanwijzing lezen

6. GEBRUIKSAANWIJZING

Zorg ervoor dat u, voordat u het apparaat gaat
gebruiken, de gebruiksaanwijzing van de accu
en het voertuig hebt gelezen en alle veiligheids-
instructies hebt begrepen.

6.1 OVERZICHT

Afbeelding 1: voorzijde
1 Draaggreep
2 Keuzeschakelaar laadmodus normaal/snel
3 Keuzeschakelaar accutype normaal/gel
4 Controlelampje – groen - volledig opgeladen
5 Controlelampje – geel - laadproces in werking
6 Controlelampje – groen - apparaat in werking
7 Controlelampje – rood - pooltangen verkeerd
om aangesloten
Afbeelding 2: achterzijde
1 Draaggreep
8 Opnamen voor kabelhouder
9 Typeplaatje
10 Stroomkabel
11 Laadkabel

6.2 DE KABELHOUDER PLAATSEN

Plaats de kabelhouder zodanig in de opnamen (positie 8
in het overzicht) aan de achterzijde van de oplader, dat de
openingen van de boven elkaar liggende kabelhouders van
elkaar weg wijzen.

6.3 VOORBEREIDING

Reinig de accupool van stof en corrosieresten.
Uitsluitend voor open accu's: Verwijder de afsluitdoppen
van de accucellen. Controleer het vloeistofniveau in de cellen,
raadpleeg hiervoor de handleiding van uw accu. Vul gedestil-
leerd water bij tot het minimale vulpeil bereikt is, niet méér. De
vloeistof expandeert tijdens het opladen en de accu kan
overstromen. Laat de cellen van de accu open tot het
opladen is voltooid.
Volg bij gesloten en onderhoudsvrije accu's de aanwijzingen
van de accufabrikant heel nauwkeurig op.

6.4 DE ACCULADER AANSLUITEN

LET OP
De stekker van de oplader mag niet in het stop-
contact zitten, controleer dit.
Sluit eerst de rode pluskabel (+) van de oplader (positie
11 in het overzicht) aan op de pluspool van de accu. Sluit
daarna de zwarte massakabel (-) aan op de minpool van de
accu. Als u de accu in de ingebouwde staat oplaadt, moet u
de zwarte minkabel (-) op de carrosserie (blank gedeelte)
aansluiten, zover mogelijk uit de buurt van de accu, car-
burateur en brandstofl eidingen. Houd deze volgorde steeds
aan.
LET OP
Als het rode controlelampje (positie 7 in het
overzicht) brandt, zijn de laadkabels verkeerd
om aangesloten.
Verwijder de accuklemmen van de accupolen en
sluit ze correct aan

6.5 DE ACCU OPLADEN

6.5.1 ACCUTYPE SELECTEREN

Als een standaard loodzuuraccu, een onderhoudsvrije accu
of een AGM-accu moet worden geladen, zet u de keuze-
schakelaar voor het accutype (positie 3 in het overzicht) in
de stand „NORMAAL". Voor gelaccu's zet u de schakelaar op
„GEL".
17