Toebehoren; Montage; Montageplaats; Voorbereidingen - Stiebel Eltron FET Utilisation Et Installation

Masquer les pouces Voir aussi pour FET:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 22
INSTALLATIE

Montage

In een warmtepompinstallatie kunnen er maximaal vijf toe-
stellen worden aangesloten. Maximaal drie toestellen kunnen
worden verbonden met de warmtepompmanager WPM en
maximaal twee toestellen met de warmtepompuitbreidings-
module WPE.
8.1

Toebehoren

8.1.1 Noodzakelijke accessoires
- Warmtepompmanager WPM
9. Montage
9.1

Montageplaats

Houd bij het kiezen van de montageplaats rekening met de
volgende eisen om een correcte werking van het systeem te
verzekeren.
f Bevestig het toestel op een binnenmuur, maar niet in een
f
nis.
f dek het toestel niet af met gordijnen of iets gelijkaardigs.
f
f Stel het niet bloot aan directe externe warmtebronnen
f
(bijv. zon, verwarming of een tv-toestel).
f Voorkom directe tocht die door ramen en deuren veroor-
f
zaakt wordt.

9.2 Voorbereidingen

Haal voor de montage het toestel uit de wandopbouwbehui-
zing:
f ontgrendel de vergrendelhaak die in de opening aan de
f
onderzijde van de wandopbouwbehuizing zit. druk met
een schroevendraaier op de vergrendelhaak.
f gebruik een vieraderige CAN-buskabel om de warmte-
f
pompmanager aan te sluiten op de plaats waar het toe-
stel is gemonteerd.
de CAN-buskabel moet voor de montage 20 tot 30 cm uit de
wand steken.
9.2.1 Montage met inbouwcontactdoos
Voor de wandbevestiging adviseren wij een inbouwcontact-
doos die dit stuk van de CAN-buskabel kan herbergen.
38 |
f Let erop dat de schroefopeningen van de inbouwcontact-
f
doos horizontaal respectievelijk verticaal ten opzichte van
elkaar zijn geplaatst.
9.2.2 Montage zonder inbouwcontactdoos
f Boor vier gaten voor het bevestigen van de wandop-
f
bouwbehuizing (Ø 5 mm).
f Let er bij het leggen van de CAN-buskabel op dat u bij het
f
boren van de bevestigingsgaten de kabel niet beschadigt.
In het gebied van de kabeldoorvoeropening (achter de
wandopbouwbehuizing) moet een ruimte voor het herbergen
van 20 tot 30 cm datakabel beschikbaar zijn.
f Breek een van de breukpunten uit aan de
f
wandopbouwbehuizing.
f geleid de CAN-buskabel langs achteren doorheen de ont-
f
stane opening.
9.2.3 Wandopbouwbehuizing monteren
1 Inbouwcontactdoos
f Bevestig de wandopbouwbehuizing met de meegelever-
f
de schroeven op de inbouwcontactdoos of op de muur.

10. Elektrische aansluiting

Materiële schade
Houd rekening met de polariteit op het toestel en op
de warmtepompmanager.
A1
+
-
CAN-Low
CAN-High
A1
Warmtepompmanager WPM
A2
Afstandsbediening FET
1
A2
6
5
+
4
-
3
2
CAN-Low
1
CAN-High
FET

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières