Bediening
5.4
Rijhandelingen
Voordat u met de scooter gaat rijden, dient deze optimaal te zijn aangepast aan uw
persoonlijke behoeften.
Nadat u alle controles heeft uitgevoerd, kunt u plaatsnemen op de scooter. Zie
'Plaatsnemen en afstappen'.
Nu kunt u gaan rijden.
Als bestuurder van de scooter moet u niet vergeten dat andere mensen u wellicht niet
altijd opmerken. Let altijd goed op de mensen en het verkeer om u heen.
5.4.1
Vooruit en achteruit rijden
Op het stuur zitten twee hendels om vooruit of
achteruit te rijden. Deze hendels hebben
verschillende kleuren:
Groen: vooruit rijden (A)
Geel:
achteruit rijden (B)
Vooruit rijden
Vooruit rijden met vingerbediening:
•
Schakel de scooter in. Zie 'Inschakelen'
•
Trek de vooruit-rijden-hendel (A) langzaam
terug met uw vingers. Hoe verder u de hendel
naar u toe trekt, hoe harder u rijdt.
Achteruit rijden
Achteruit rijden met vingerbediening:
•
Schakel de scooter in. Zie 'Inschakelen'
•
Trek de achteruit-rijden-hendel (B) langzaam terug met uw vingers. Hoe verder u de
hendel naar u toe trekt, hoe harder u achteruit rijdt.
•
Controleer goed dat achter u de weg vrij is voordat u achteruit gaat
rijden.
•
De maximumsnelheid voor achteruit rijden is de helft van de
maximumsnelheid voor vooruit rijden.
Met de snelheidsregelaar kunt u de maximum snelheid begrenzen voor zowel vooruit
als achteruit.
Remmen en stoppen tijdens het vooruit of achteruit rijden
•
Als u de vooruit-rijden-hendel of achteruit-rijden-hendel langzaam loslaat, remt de
Fortress Calypso af en komt tot stilstand.
Tijdens het afremmen lichten de remlichten automatisch op.
•
Als u ineens moet stoppen tijdens het rijden (noodstop), dient u de rijhendel
onmiddellijk los te laten.
30
B
A