Mogelijke oorzaak
•
Het accu-voltage is te laag.
•
De scooter rijdt te langzaam.
•
De motor is oververhit.
Soms kan het probleem worden verholpen door de scooter even uit te schakelen en
vervolgens weer aan te zetten.
Als u het probleem niet aan de hand van bovenstaande lijst kunt verhelpen, dient u
contact op te nemen met uw dealer.
7.2
Automatische stroomonderbreker
De scooter is uitgerust met een automatische
stroomonderbreker (A).
In normale omstandigheden springt de automatische
stroomonderbreker niet naar buiten en is de scooter klaar
voor gebruik.
Als er sprake is van overbelasting of kortsluiting van het
elektrische circuit, schakelt de automatische
stroomonderbreker het elektrische systeem uit om schade
te voorkomen.
Overbelasting kan voorkomen als de motor oververhit
raakt. Als de automatische stroomonderbreker het
elektrische circuit van de scooter uitschakelt , springt deze naar buiten.
De automatische stroomonderbreker bevindt zich op de achterkap, onder de stoel.
Als u de automatische stroomonderbreker weer indrukt, kunt u proberen om de scooter
weer te starten. Als de automatische stroomonderbreker weer naar buiten springt,
wacht dan 15 tot 20 minuten, zodat de motor kan afkoelen, en probeer dan de
stroomonderbreker weer in te drukken.
Als u na deze procedure uw scooter weer kunt starten, kunt u rustig verder rijden. Zorg
er wel voor dat u obstakels en heuvels vermijdt.
Actie
•
Controleer het accu-voltage.
Zie 'Accu-indicator'.
•
Laad de accu's gedurende
acht uur op.
•
Controleer de werking van de
accu-oplader.
•
Draai de snelheidsregelknop
naar rechts
•
Haal contactsleutel uit contact
en laat de scooter afkoelen.
Problemen oplossen
Persoon
die actie
neemt
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
A
47