Installatie Van De Vlotterschakelaars; Onderhoud; De Olie In De Kamer Met De Mechanische Afdichtingen Controleren En Vervangen; De Slijtageonderdelen Controleren - Zenit MAI 100/4/80 A0CM-E Manuel D'utilisation Et D'entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 14

4.4 INSTALLATIE VAN DE VLOTTERSCHAKELAARS

De elektrische pompen met een vlotterschakelaar werken volautomatisch. Verzeker u ervan dat er geen voorwerpen aanwezig zijn die de beweging
van de vlotter hinderen. Het is zeer belangrijk dat de vlotters zodanig bevestigd worden, dat de bijbehorende kabels niet in elkaar verward raken,
noch bekneld raken in uithollingen of uitsteeksels aan de binnenkant van de put. De schakelaars dienen dusdanig geplaatst te worden, dat het
minimum niveau NOOIT lager ligt dan de bovenste kap van de pomp. Het wordt aangeraden de vlotters aan een stevige stang te bevestigen, die
aan de binnenkant van de put geplaatst wordt. Wanneer de pompen, de elektrische schakelpanelen en de vlotters geïnstalleerd zijn dient u het
geheel te testen op goede werking. Met een ampèremeter controleren of de stroomopname van de pomp binnen de grenzen die zijn aangegeven
op het typeplaatje ligt en of de vlotters op de ingestelde niveaus schakelen.

5. ONDERHOUD

Lees de veiligheidsvoorschriften in paragraaf 1.2 en 1.3 voordat u begint met een inspectie of met onderhoud.
LET OP: bij explosieveilige pompen zijn alle ingrepen aan de kabelklemmen en de explosievaste kast verboden.
Het is de taak van de gebruiker regelmatig controles en onderhoudsbeurten te verrichten en eventueel de versleten onderdelen te vervangen zodat
de pomp lange tijd goed zal werken. Het is raadzaam de pomp maandelijks, en in ieder geval om de 500-600 werkuren, te controleren.
- verzeker u ervan dat de voedingsspanning overeenstemt met de spanning die op het typeplaatje is vermeld,
- verzeker u ervan dat het geluidsniveau en de trillingssterkte niet zijn toegenomen,
- verzeker u er bij draaistroommotoren m.b.v. een ampèremeter van dat de stroomopname ongeveer even groot is op alle drie fasen en dat deze
niet de stroomsterkte vermeld op het typeplaatje overschrijdt.
In afb. 2-2/a-2/b-2/c is de elektrische pomp in detail weergegeven.

5.1 DE OLIE IN DE KAMER MET DE MECHANISCHE AFDICHTINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN

Lees de veiligheidsvoorschriften in paragraaf 1.2 en 1.3 voordat u begint met een inspectie of met onderhoud.
Wij raden aan de olie om de 5000-7000 werkuren en minstens eenmaal per jaar te vervangen.
Dit dient op de volgende manier te gebeuren:
- De pomp horizontaal neerleggen.
- De schroefdop losdraaien en de olie in een geschikt bakje opvangen of afzuigen met een oliespuit.
- Controleren of de olie watervrij is, dit betekent dat de mechanische afdichting nog in orde is en u er opnieuw olie in kunt gieten.
- Indien u kleine hoeveelheden water op de bodem van de oliekamer vaststelt, is dit te wijten aan condensneerslag; dit is volkomen normaal en niet
te wijten aan defecten van de mechanische afdichting.
- Indien zich in de oliekamer een aanzienlijke hoeveelheid water bevindt dient u de mechanische afdichting te controleren en deze eventueel laten
vervangen.
- De mechanische afdichting mag alleen in een gespecialiseerd servicecentrum vervangen worden.
- Vul de bak volledig met biodegradeerbare olie type CASTROL HYDROIL P 46 of een soortgelijke olie; wanneer de bak vol is, dient u 8% van het
olievolume uit te nemen zodat er een groot genoeg luchtkussen in de bak aanwezig is.
In het zeer uitzonderlijke geval dat bovengenoemde typen olie niet verkrijgbaar zijn, kan vaselineolie gebruikt worden. Voor de eventueel benodige
onderhouds- of reparatiebeurten raden wij aan zich tot onze servicecentra te wenden.
Alle reparaties aan de pomp moeten door de fabrikant of door bevoegd personeel worden uitgevoerd. U verliest het recht op garantie als u dit
voorschrift niet opvolgt, bovendien kan dit een nadelige invloed hebben op de veiligheid van de pomp.

5.2 DE SLIJTAGEONDERDELEN CONTROLEREN

Lees de veiligheidsvoorschriften in paragraaf 1.2 en 1.3 voordat u begint met een inspectie of met onderhoud.
Tijdens een periodieke onderhoudsbeurt en in ieder geval wanneer de prestaties van de elektrische pomp achteruit gegaan zijn of wanneer
de pomp meer geluid maakt en sterker trilt dan normaal, moet de pomp gecontroleerd worden en eventueel de hydraulische
slijtageonderdelen vervangen worden. Wij raden aan uitsluitend originele onderdelen te gebruiken. Als de hydrauliek geheel of gedeeltelijk
verstopt zit, raden wij aan deze grondig schoon te spuiten met water. Demonteer de hydrauliek als dat nodig is met behulp van de detailtekening
afb. 2-2/a-2/b-2/c
Herstel de hydraulische eigenschappen van de elektrische pomp door de regelmoeren rondom de inlaat te draaien met de speciale zeskantsleutel.
Deze moeren regelen de afstand tussen de waaier en de waaierkom, die tussen 0,3 en 0,5 mm moet liggen (MAI).
5.3 BELANGRIJKSTE COMPONENTEN VAN SBN EN SMN POMPEN

5.3.1 KOELMANTEL

De koelmantel wordt gemonteerd door deze tot aan het tussenlager in het chassis te plaatsen.
Vervolgens wordt de kop in de onderring geplaats, daarna worden de twee o-ringen in hun zitting geplaats en tenslotte wordt de bovenring aan de
eerste ring vastgedraaid zodat de twee dichtingselementen worden aangedrukt.
De demontage van de bovenring is vereenvoudigd door de aanwezigheid van twee boringen met schroefdraad waarin twee schroeven worden
aangedraaid.

5.3.2 ONDERLAGER

De schuine kogellagers moeten in de X configuratie worden gemonteerd. Daartoe moet het eerste lager met de bredere rand naar beneden worden
ingezet en het tweede lager met de rand naar boven. De spleten van het onderlager moeten eerst met vet gevuld worden.
Alvorens de draaiende organen in te schakelen moeten de loopvlakken met een gepaste hoeveelheid vet gevuld worden.
De eerste axiale bevestigingswartel van het lagerpaar dient op de as te worden gestoken en worden bevestigd met drie borgschroeven die met
Loctite worden bevestigd; geen afstelling nodig.
De operatie wordt voltooid met de montage van de sluitflens, die ook van tevoren met vet gevuld moet worden. OOk hier is geen afstelling nodig;
men moet zich ervan verzekeren dat er een smalle luchtspleet tussen de flens en het onderlager is en tussen de eerste wartel en de flens.
Het afmonteren van de flens is vereenvoudigd door twee groeven voor het gebruik van hefbomen in het onderlager.

5.3.3 MECHANISCHE DICHTINGSELEMENTEN

De montage van de eerste mechanische dichting wordt voltooid met de plaatsing van een tweede wartel die het zelfde is als de eerste (lagers),
zonder dat enige afstelling nodig is. De tweede mechanische dichting wordt gesloten met een bus, beschikbaar in twee configuraties; N (voor
tandem dichtingen) en T (voor tegenliggende dichtingen). Voor de montage van de wartel is een haaksleutel nodig.

5.3.4 BEVESTIGING VAN DE ROTOR

De rotor is met een conische klembus aan de as bevestigd. De rotor hoeft bij de montage niet axiaal afgesteld te worden, maar de kopschroef M20
dient met een koppel van 260 Nm te worden aangedraaid.
45

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières