De rotor wordt afgemonteerd door de kopschroef te verwijderen en vervolgens de rotor uit te nemen door een schroef M24 aan te draaien in de
(extractie) boring. Om beschadiging van de schroefdraad aan het aseind te voorkomen dient er een afstandhouder in de boring met schroefdraad te
worden gestoken.
5.3.5 POMPLICHAAM
Het pomplichaam is af te monteren met gebruik van een aantal schroeven die in de boringen met schroefdraad van het tussenlager worden
aangedraaid, op de zelfde wijze als bij het afmonteren van de aanzuigflens.
6. KLEINE STORINGEN: OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
DEFECTEN
de motor draait niet
de motor werkt goed, maar pompt
geen water op
het vermogen van de pomp is
verminderd
de thermische bescherming treedt op
7. DE ELEKTRISCHE POMP AFDANKEN
Wanneer de pomp dermate versleten of beschadigd is dat een reparatie niet meer rendabel is, moet de pomp worden afgedankt overeenkomstig
de plaatselijke milieureglementen.
Volg de volgende instructies wanneer u de pomp afdankt:
- verwijder de olie uit de oliekamer en breng de olie naar een speciaal inzamelpunt,
- scheidt de plastic en rubber onderdelen en breng deze naar een speciaal inzamelpunt,
- verschroot de metalen onderdelen in overeenstemming met de milieuvoorschriften.
Zorg dat geen deel van de pomp in het milieu terecht komt.
8. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
8.1 EENFASIGE ELEKTRISCHE AANSLUITING
Sluit de groen-gele aardedraad aan op de aarde en verbind de drie aansluitdraden van de pomp als volgt aan: de ZWARTE draad aansluiten op
een draad van de voedingslijn, de BLAUWE draad op de andere draad van de voedingslijn en op een contact van de condensator/lijnschakelaar. De
BRUINE draad aansluiten op het andere contact van de condensator/lijnschakelaar.
EENFASIGE elektrische aansluiting Fig. 3
8.2 DRIEFASIGE ELEKTRISCHE AANSLUITING
Verbind de groen-gele draad met de aarde en voed de overige draden elektrisch. Als de pomp 3 aansluitdraden heeft, dan moeten deze worden
aangesloten op een driefasige voedingslijn met een spanning en frequentie die overeenstemt met de gegevens op het typeplaatje of op een
schakelbord met een aan/uit schakelaar en eventueel een voorziening voor de beperking van de aanloopstroom. Als de pomp 6 aansluitdraden
heeft, dan moeten deze worden aangesloten op een schakelbord met een aan/uit schakelaar en een omschakelaar ster/driehoekaansluiting. Als de
pomp rechtstreeks met een driehoekschakeling wordt aangesloten, dan moet de voedingsspanning overeenstemmen met de laagste spanning die
op het typeplaatje is vermeld en bij een sterschakeling met de hoogste spanning. De voedingsdraden zijn als volgt gemarkeerd:
- 3 draden: U – V – W;
- 6 draden: U1 – U2 – V1 – V2 – W1 – W2;
DRIEFASIGE elektrische aansluiting Fig. 4 - 5 - 6
8.3 TEMPERATUURVOELERS
De thermische beveiliging is ingebouwd in de motoren en hun reset is automatisch bij alle eenfasige uitvoeringen en bij de driefasige uitvoeringen
die voorzien zijn van een thermistor en een afstandsschakelaar. Bij de driefasige uitvoeringen zonder afstandsschakelaar is de thermische
beveiliging (indien aanwezig) aangesloten met de draden die gemarkeerd zijn met de letter T. De thermische beveiliging moet worden aangesloten
op de speciale terminal van het schakelbord.
8.4 GELEIDINGSVOELERS
De geleidingsvoeler (indien aanwezig) bevindt zich in de oliekamer en is aangesloten op de draad die gemarkeerd is met de letter S. De voeler
moet met het schakelbord verbonden worden.
MOGELIJKE OORZAAK
geen stroom
de automatische schakelaar is afgesprongen
het loopwiel is geblokkeerd
de thermische bescherming is in werking getreden
de terugslagklep is geblokkeerd
de leidingen zijn verstopt
het loopwiel, de klep of de leidingen zijn verstopt
het waterpeil is te laag
verkeerde voedingsspanning
verkeerde draairichting (driefasige motor)
het loopwiel is geblokkeerd
de vloeistof is te warm
controleer de voedingslijn
zet de schakelaar weer op en ga de oorzaak ervan
na
ga na wat de reden van de blokkering was,
enelimineer die
reactiveert zichzelf automatisch (niet bij de
EXmodellen).
reinig de klep en controleer of ze goed werkt
identificeer de reden van de obstructie, en
verwijder ze
identificeer de reden van de obstructie, en
verwijder ze
zet de pomp dadelijk af
zorg voor de spanning die op het plaatje is vermeld
draai de fasen om
ga na wat de reden van de blokkering was,
enelimineer die
wend u tot de dichtstbij gevestigde Zenit-verdeler
46
OPLOSSING