Motor starten/afzetten
Bedieningselementen
4
3
2
1
1
Gashendelblokkering
2
Gashendel
3
Stopschakelaar – met de werkstand
en stopstand. Voor het uitschakelen
van het contact moet de
stopschakelaar (...) worden
ingedrukt – zie "Werking van de
stopschakelaar en het contact"
4
Stelknop – voor de begrenzing van
de gashendelslag – zie "Werking
van de stelknop"
Werking van de stopschakelaar en het
contact
Zodra de stopschakelaar wordt
ingedrukt, wordt het contact
uitgeschakeld en de motor afgezet. Na
HL 94
het loslaten veert de stopschakelaar
automatisch weer in de werk-stand
terug: Nadat de motor stilstaat wordt in
de werkstand het contact automatisch
weer ingeschakeld – de motor is
startklaar en kan worden gestart.
Werking van de stelknop
4
Met behulp van de stelknop (4) kan de
gashendelslag en daarmee het
motortoerental traploos tussen stationair
en vol gas worden ingesteld:
Stelknop (4) in de richting – draaien:
–
de gashendelslag wordt korter, het
ingestelde maximumtoerental wordt
lager
Stelknop (4) in de richting + draaien:
–
de gashendelslag wordt langer, het
ingestelde maximumtoerental wordt
hoger
Door het krachtig indrukken van de
–
gashendel kan, ondanks een
ingestelde begrenzing, vol gas
worden gegeven – hierbij blijft de
ingestelde begrenzing behouden –
na het loslaten van de gashendel
wordt teruggekeerd naar het
vooringestelde bereik
Motor starten
5
Balg (5) van de hand-benzinepomp
N
ten minste 5-maal indrukken – ook
als de balg met benzine is gevuld
Koude motor (koude start)
1.
6
2.
Draaiknop voor startgas (6)
N
verdraaien en dan in stand g
indrukken
Deze instelling geldt ook als de motor
reeds heeft gedraaid, maar nog koud is.
Stelknop tot aan de aanslag in de
–
richting + draaien
Warme motor (warme start)
De draaiknop voor startgas (6) blijft
N
in stand F?staan
Nederlands
81