REINIGING EN ONDERHOUD
De zorg waarmee de gebruiker het fornuis
reinigt en onderhoudt, heeft een belangrijke
invloed op zijn levensduur en probleemloze
werking.
Voor de reiniging moet de oven uitgescha-
keld worden. Let er hierbij op dat alle draai-
knopen in de stand
pas gereinigd worden als hij afgekoeld is.
Reiniging na elk gebruik
•
Licht, niet aangebrand vuil moet ver-
wijderd worden met een vochtige doek
zonder reinigingsmiddel. Bij gebruik van
een afwasmiddel kan er een blauwach-
tige verkleuring ontstaan. Hardnekkige
vlekken laten zich niet altijd verwijderen
bij de eerste reiniging, zelfs bij gebruik
van een speciaal reinigingsmiddel.
•
Sterk aangekoekt vuil moet ver-
wijderd worden met een schraper.
Daarna moet het oppervlak gerei-
nigd worden met een vochtige doek.
Schraper om de kookplaat te reinigen
Opmerking: let er steeds op de snijrand van de
spatel naar binnen te klikken (het volstaat om
met uw duim op het schuine deel te duwen).
Voorzichtig behandelen - risico op blessures
- buiten het bereik van kinderen houden.
80
/ 0 staan. De oven mag
●
Opgelet.
Het is verboden schuurcrèmes, schuur-
middelen of schurende voorwerpen te
gebruiken voor de reiniging en het onder-
houd van de oven.
Voor het schoonmaken van de voorzijde,
gebruikt u enkel warm water met een
kleine hoeveelheid afwasmiddel of ruiten-
reiniger. Geen schuurmiddelen gebruiken.