Logica SAFE= 0 - Ingang geconfigureerd als Phot, fotocel niet geverifieerd (*). (Fig. S, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door
verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 1 - Ingang geconfigureerd als Phot test, trusted fotocel. (Fig.S, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door
verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel.
Logica SAFE= 2 - Ingang geconfigureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening niet geverifieerd (*). (Fig. S, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van opening
wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 3 - Ingang geconfigureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening (Fig. S, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van
opening wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel.
Logica SAFE= 4 - Ingang geconfigureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting niet geverifieerd (*). (Fig. S, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase,
wordt er onmiddellijk omgekeerd. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 5 - Ingang geconfigureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting (Fig. S, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase, wordt
er onmiddellijk omgekeerd.
Logica SAFE= 6 - Ingang geconfigureerd als Bar, gevoelige rand niet geverifieerd (*). (Fig. S, Ref. 3)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. Het commando keert de beweging 2 sec. om. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen
Logica SAFE= 7 - Ingang geconfigureerd als Bar, trusted gevoelige rand (Fig. S, Ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. Het commando keert de beweging 2 sec. om.
Logica SAFE= 8 - Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 (Fig. S, Ref. 5). Ingang voor resistieve rand 8K2.
Het commando keert de beweging 2 sec. om.
Logica SAFE=9 Ingang geconfigureerd als Bar op, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het sluiten
geactiveerd is (STOP) (Afb.D, ref. 3).
Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie
tijdens het sluiten veroorzaakt de stop. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE=10 Ingang geconfigureerd als Bar op test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de
rand tijdens het sluiten geactiveerd is (STOP) (Afb.D, ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de bewe-
ging. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=11 Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 op, rand 8k2 met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het sluiten
geactiveerd is (STOP) (Afb.D, ref. 5).
De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=12 Ingang geconfigureerd als Bar cl, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen
geactiveerd is (STOP) (Afb.D, ref. 3).
Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie
tijdens het openen veroorzaakt de stop. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen
Logica SAFE=13 Ingang geconfigureerd als Bar cl test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand
tijdens het openen geactiveerd is (STOP) (Afb.D, ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging.
De interventie tijdens het openen veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=14 Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 cl, rand 8k2 met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen
geactiveerd is (STOP) (Afb.D, ref. 5).
De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het openen veroorzaakt de stop.
(*) Als er inrichtingen type "D" geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halfjaarlijks onderhoud voorschrijven.
13.5) MENU DEFAULT (default)
Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het
herstel is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren.
13.6) MENU TAAL (language)
Hiermee kan de taal van het programmeerbare display worden ingesteld.
13.7) MENU AUTOSET (AUTOset)
• Om een beter resultaat te behalen, wordt aanbevolen de autoset met stilstaan-
de motoren uit te voeren (dat wil zeggen niet oververhit door een groot aantal
opeenvolgende manoeuvres).
• Een autoset-handeling opstarten door zich naar het daarvoor bestemde menu
te begeven.
• Zodra de OK-knop wordt ingedrukt, wordt het bericht ".... .... .... " weergegeven, de
centrale bestuurt een openingsmanoeuvre gevolgd door een sluitingsmanoeuvre,
tijdens welke automatisch de minimale koppelwaarde wordt ingesteld die voor
de beweging van de vleugel noodzakelijk is. Het aantal manoeuvres noodzakelijk
voor de autoset kan variëren van 1 tot 3. Tijdens deze fase is het belangrijk de
verduistering van de fotocellen, alsmede het gebruik van de commando's START,
STOP en van het display te vermijden.
La pressione contemporanea dei tasti + e - durante questa fase viene comandato
uno stop.
Aan het einde van deze handeling heeft de bedieningscentrale automatisch de
optimale koppelwaarden ingesteld. Deze controleren en eventueel wijzigen zoals
beschreven in de programmering.
OPGELET!! Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten
in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen
aangegeven in de norm EN 12453.
De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het
gebruik van vervormbare randen.
Opgelet!! Tijdens de autoset-fase is de functie voor obstakeldetectie niet
actief; de installateur moet de beweging van het automatiseringssysteem
controleren en voorkomen dat personen of voorwerpen in de buurt komen
van de actieradius van het automatiseringssysteem of zich daarbinnen bevinden.
PROCEDURE VOOR CONTROLE INSTALLATIE
1. AUTOSET uitvoeren (*)
2. De botsingskrachten controleren: als deze binnen de limieten blijven (**)
verder gaan naar punt 10 anders
3. Eventueel de parameters van de snelheid en gevoeligheid (kracht)
aanpassen: zie tabel parameters.
4. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten
blijven (**) verder gaan naar punt 10 anders
5. Een passieve rand toepassen
6. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten
blijven (**) verder gaan naar punt 10 anders
7. Beveiligingen aanbrengen die gevoelig zijn voor druk of elektriciteit
(bijvoorbeeld actieve rand)
8. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten
blijven (**) verder gaan naar punt 10 anders
9. De beweging van de aandrijving alleen toestaan in de modus "Persoon
aanwezig"
10.Controleren of alle inrichtingen die de aanwezigheid in de manoeuvrezone
detecteren goed functioneren
INSTALLATIEHANDLEIDING
Configuratie van de veiligheidsingangen
(*) Voor de autoset uit te voeren, controleren of alle werkzaamheden
betreffende de montage en de veiligstelling goed zijn uitgevoerd zoals
voorgeschreven door de waarschuwingen voor de installatie in de
handleiding van de motorisering.
(**) Afhankelijk van de risicoanalyse zou het evenwel nodig kunnen zijn
gevoelige
13.8) MENU STATISTIEKEN (STAT)
Hiermee kunt u de versie van de kaart, het totale aantal manoeuvres (in
honderdtallen), het aantal in het geheugen opgeslagen afstandsbedieningen
en de laatste 30 fouten tonen (de eerste 2 cijfers geven de positie aan, de laatste
2 de foutcode). De fout 01 is de meest recente.
13.9) MENU PASSWORD (PASSWORD)
Hiermee kunt u een password invoeren voor de programmering van de
kaart via het U-link" netwerk.
Als het "BESCHERMINGSNIVEAU" van de logica is ingesteld op 1,2,3,4
wordt het password gevraagd voor toegang tot het programmering-
smenu. Na 10 mislukte toegangspogingen achtereen moet u 3 minuten
wachten voor u een nieuwe poging kunt doen. Tijdens deze periode toont
het display bij iedere toegangspoging het bericht "BLOC". Het default
password is 1234.
14) VERBINDING MET UITBREIDINGSKAARTEN EN UNIVERSELE
PROGRAMMEERBARE PALMTOP VERSIE > V1.40 (Fig.O) Zie specifieke
handleiding.
OPGELET! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren of
voorwerpen.
15) OPTIONELE U-LINK MODULES
Zie de instructies van de U-link modules
15.1) TEGENOVERGESTELDE SCHUIFVLEUGELS (Fig.P)
Raadpleeg de instructies van de U-link modules.
OPMERKING: Op de als Slave ingestelde kaart moet de ingang Rand (Rand/
Rand Test/ Rand 8k2) alleen op de SAFE2 geconfigureerd worden.
16) DE OPENINGSRICHTING OMKEREN (Fig.Q)
17) DE FABRIEKSINSTELLINGEN HERSTELLEN (Fig.R)
LET OP U herstelt de waarden die door de fabriek zijn ingesteld. De
afstandsbedieningen in het geheugen worden gewist.
LET OP! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen,
dieren of voorwerpen.
- Haal de spanning van de kaart (Fig.R ref.1)
- Open de ingang Stop en druk tegelijkertijd op de toetsen + en OK (Fig.R ref.2)
- Voorzie de kaart van spanning (Fig.R ref.3)
- Het display toont RST, bevestig binnen 3s met een druk op de toets OK (Fig.R
ref.4)
- Wacht tot de procedure wordt afgesloten (Fig.R ref.5)
- Procedure beëindigd (Fig.R ref.6)
ARES ULTRA BT A 1000 - ARES ULTRA BT A 1500 -
63