1.6 Rookkanaalverbindingen
Til de gegoten bovenplaat van de kachel.
Opgelet: de bijgevoegde ronde gietijzeren afdekplaat moet in de gegoten bovenplaat ge-
monteerd worden als de kachel met het rookkanaal naar achter gemonteerd wordt.
Rookafvoer naar boven monteren
De kachel is standaard voorbereid op montage van de bijgeleverde rookafvoer (1) naar bo-
ven met de bijgeleverde kogelvang en schroeven. De kogelvang, die moet voorkomen dat
de schoorsteenveger tijdens het reinigen de rookgeleidingsplaten van de kachel vernielt, is
de bijgeleverde stang van 145 mm lang.
Rookafvoer naar achteren monteren
Als de kachel met de rookafvoer naar
achteren moet worden gemonteerd,
verwijder dan de ronde plaat die met
2 schroeven achterop de kachel is ge-
monteerd. Het plaatijzeren stukje van
de binnenste convectieplaat slaat u
eruit door met een hamer korte klop-
jes te geven naast de 'bruggetjes' die
het stukje op zijn plaats houden.
Verwijder het gegoten deksel van de
achterplaat en monteer het op de bo-
venplaat. Centreer de rookafvoer en
schroef deze aan de achterzijde van de
kachel met de bijgeleverde pennen en
schroeven vast. Bij de montage van de
rookafvoer aan de achterkant wordt de
kogelvang niet gebruikt.
Positie van de rookschotten
De rookschotten (2) en (3), die van ver-
miculiet zijn gemaakt, zijn bij ontvangst
geplaatst.
U moet controleren of de rookschot-
ten correct gemonteerd zijn voordat
u de kachel aanmaakt (zie tekening).
23