De schoorsteen en het rookkanaal moeten zijn voorzien van reinigingsluiken. Deze luiken
moeten minimaal dezelfde omvang hebben als de opening van de schoorsteen.
De schoorsteen moet toegankelijk zijn voor externe inspectie en het moet mogelijk zijn om de
reinigingsluiken en de schoorsteen te bereiken als de reiniging via de bovenkant plaatsvindt
(bijv. bij stalen schoorstenen).
1.6 Rookkanaalverbindingen
De kachel is standaard gemonteerd met een rookafvoer (1) aan de bovenzijde en een
gegoten deksel in de gegoten achterplaat achter de achterste convectieplaten. Indien u het
rookafvoerkanaal aan de achterzijde van de kachel wilt hebben, slaat u de plaatijzeren stukjes
van de achterste convectieplaten eruit, door met een hamer korte klopjes te geven naast de
"bruggetjes" die de stukjes op hun plaats houden. Demonteer de rookafvoer van de kachel,
schroef het gegoten deksel van de achterplaat los en monteer het weer op de bovenplaat.
Centreer de rookafvoer in het gat aan de achterzijde van de kachel en schroef deze met de
bijgeleverde schroeven en pennen vast.
Als de kachel met de rookafvoer (1) naar achteren wordt gemonteerd, mag het rookscherm (2)
niet gemonteerd zijn.
Controleer of het rookschot (2), de vuurvaste stenen en het schudrooster correct ge-
plaatst zijn.
21